Het begin van Jezus #5 Aankondigingsteksten uit de Schrift

Als wij de Oude Boekrollen inkijken merken wij dat de verkondigen van de Beloofde Verlosser steeds in een toekomende tijd spreken. Die persoon die na de zondeval zou kunnen breken met die afschuwelijke dood moest nog tot leven komen. (Hij had dus geen voorbestaan bij God.)

Vroeger, voor zijn ter aarde koming, kon Jezus het leven niet aanschouwen. Pas nadat hij uit de baarmoeder van zijn moeder kwam kon hij het levenslicht zien. Daarna moest hij opgroeien en de levensweg afleggen die vele mensen moesten ondergaan sinds de zondeval.

Om Gods bedoeling tot verwezenlijking te brengen moest Jezus gewillig de pijnen en de dood ondergaan. God, die niet kan sterven kon dan het leven van zijn schepsel terug tot zich nemen en deze tweede Adam of Nieuwe Adam opnemen om plaatst te laten nemen in Gods Nieuwe Schepping.

Door zich gewillig te laten verbrijzelen, zichzelf en zijn nabestaanden met verdriet te overladen kon Jezus  met het offeren van zijn leven een pand betalen voor de zonde van de mensheid, als een losprijs. Door zijn Zoenoffer zal hij talloze nakomelingen krijgen; vele erfgenamen. Hij zal opnieuw leven en Gods voornemen zal bij Hem in goede handen zijn.

“Maar het heeft Jahwe behaagd hem ziek te maken en te breken. Waarlijk, als een zoenoffer gaf hij zijn leven. Nakomelingen zal hij mogen zien, en lang blijven leven; immers, wat Jahwe behaagde heeft zijn hand volvoerd.” (Jesaja 53:10 WV78)

Hieronder staan enkele verzen uit de Heilige Schrift die in de oudheid de mensen aankondigden dat er een hoop tot verwezenlijking zou komen. Ook voor ons werd het aangekondigd zodat wij zouden kunnen inzien over wie er werd gesproken in het verleden en tot wie wij onze hoop zouden moeten stellen.

===

Deuteronomium 18:15   Jahweh, uw God, zal uit de kring van uw broeders een profeet opwekken, gelijk aan mij; naar hem moet gij luisteren!
Deuteronomium 18:16  Gij hebt het toch zelf van Jahweh, uw God, verlangd bij de Horeb, toen ge bijeen waart geroepen en vroegt: Laat mij de stem van Jahweh, mijn God, nooit meer horen, en dat grote vuur nooit meer zien, opdat ik niet sterve!
Deuteronomium 18:17  En Jahweh zeide tot mij: Hoe voortreffelijk hebben zij het gezegd!
Deuteronomium 18:18  Ik zal een profeet, aan u gelijk, uit de kring van hun broeders doen opstaan, en mijn woorden in zijn mond leggen; hij zal tot hen spreken, al wat Ik hem zal bevelen.

Deuteronomium 18:19  En wanneer iemand niet naar zijn woorden, die hij in mijn Naam zal spreken, luistert, dan zal Ik het op hem wreken.

Deuteronomium 18:20  Maar de profeet, die vermetel genoeg is, in mijn Naam een woord te spreken, wat Ik hem niet heb bevolen, of die in de naam van vreemde goden durft spreken, zal sterven.

Psalmen 45:6  (45-7) Uw troon staat vast in de eeuwen der eeuwen, Uw koningsschepter is een schepter van recht;
Psalmen 45:7  (45-8) Gij hebt de gerechtigheid lief, maar haat de boosheid. Daarom heeft Jahweh, uw God, U gezalfd Met vreugde-olie als geen uwer broeders;

Psalmen 110:1   Een psalm van David. Jahweh spreekt tot mijn Heer: “Zet U aan mijn rechterhand, Totdat Ik uw vijanden leg als een voetbank voor uw voeten!”

Jesaja 9:2  (9-1) Het volk, dat in duisternis wandelt, Zal dan een helder licht aanschouwen; Die wonen in het dal van de schaduw des doods, Een glans zal over hen stralen!
Jesaja 9:3  (9-2) Gij zult hun vreugde vermeerderen, hun blijdschap vergroten; Vrolijk  zullen ze zijn voor uw aanschijn, Zoals men vrolijk is bij de oogst,  Zoals men blij is bij het verdelen van buit!

Jesaja 9:4  (9-3) Want het juk, dat hem drukte, Het blok op zijn schouders, De stok  van zijn drijver Breekt Gij als op de dag van Midjan stuk.
Jesaja 9:5  (9-4) Alle dreunend stampende laarzen En in bloed geverfde mantels Zullen  worden verbrand, Door de vlammen verteerd.
Jesaja 9:6  (9-5) Want een Kind is ons geboren, een Zoon ons geschonken; De heerschappij  wordt op zijn schouders gelegd. En zijn naam wordt genoemd: Wonderbaar  raadsman, Goddelijke held, Vader voor immer, Vorst van de vrede!

Prophet David (Gelati fresco, Georgia)

Uit het Huis van de Profeet en koning David zou een nog grotere koning geboren worden, genaamd Emmanuel "God met ons" zodat de zegen en belofte van Jehovah God met ons zou kunnen zijn, dankzij het Zoenoffer van zijn zoon Jeshua, Jezus van Nazareth de Messias

Jesaja 9:7  (9-6) Grote macht zalHij brengen, en eindeloze vrede Aan Davids huis en  zijn rijk. Hij zal het steunen en stutten met recht en gerechtigheid Nu  en voor immer: De ijver van Jahweh der heirscharen brengt het tot stand!

Jesaja 11:1   Dan zal een twijg aan de stronk van Jesse ontspruiten, Een scheut uit zijn wortel ontkiemen.
Jesaja 42:1   Ziet nu mijn Dienaar, wien Ik verknocht ben, Mijn Uitverkorene, die Mij behaagt! Ik heb op Hem mijn geest gelegd, En de volken zal Hij de wet verkonden.
Jesaja 42:2  Men hoort Hem schreeuwen noch roepen, Zelfs zijn stem niet verheffen op straat;
Jesaja 42:3  Hij zal het geknakte riet niet breken, De kwijnende vlaspit niet doven. Trouw draagt Hij de wet voor zich uit,
Jesaja 42:4  Onvermoeid en nooit gebroken, Totdat Hij op aarde de wet heeft gevestigd, En de landen zijn lering verbeiden!
Jesaja 42:5   Zo spreekt Jahweh, die de hemelen schiep en ze spande, Die de aarde vormde met wat er groeit, Die adem geeft aan het volk, dat er woont, En levensgeest aan die er wandelen.
Jesaja 42:6  Ik Jahweh, heb U in mijn ontferming geroepen, U bij de hand gevat en beschut; U gesteld tot Verbond met het volk, En tot Licht voor de naties:
Jesaja 42:7  Om blinden de ogen te openen, Om gevangenen uit de kerker te verlossen, En uit donkere krochten Die in duisternis zitten.
Jesaja 42:8  Ik ben Jahweh; Dit is mijn Naam! Mijn glorie sta Ik niemand af, Aan geen beelden mijn eer.
Jesaja 42:9  Zie, vervuld is wat vroeger voorspeld was, Thans kondig Ik nieuwe dingen aan; Nog eer ze ontkiemen, Heb Ik ze ù laten weten!

Jesaja 49:1   Eilanden, luistert naar Mij; Hoort aandachtig, verre volken: Jahweh heeft van mijn geboorte af Mij geroepen, Van de moederschoot af mijn naam genoemd.
Jesaja 49:2  Hij maakte mijn mond een vlijmend zwaard, Hield Mij in de schaduw van zijn hand verborgen; Hij wette Mij tot een scherpe pijl, En stak Mij weg in zijn koker.
Jesaja 49:3  Hij sprak tot Mij: Gij zijt mijn Dienaar, Door wien Ik Mij glorie bereid. (5b) Zo werd Ik geëerd in de ogen van Jahweh, En mijn God was mijn kracht.
Jesaja 49:4  Ik zeide: Ik zwoeg tevergeefs, Voor niets en vruchteloos verspil Ik mijn kracht; Mijn aanspraak is echter bij Jahweh, Mijn loon bij mijn God!

Jesaja 49:5  Maar nu spreekt Jahweh, Die tot zijn Dienaar Mij vormde van de moederschoot af, Om Jakob tot Hem terug te brengen, En Israël voor Hem te verzamelen:
Jesaja 49:6  Hij spreekt: Het is te gering, mijn Dienaar te zijn, Om Jakobs stammen op te richten en Israëls resten terug te brengen: Ik stel U tot Licht voor de heidenen, Om mijn heil te doen reiken tot de grenzen der aarde!
Jesaja 52:13   Zie, mijn Dienaar zal stijgen in aanzien, En worden verhoogd en verheven; Even hoog zal Hij stijgen, Als velen verslagen over Hem stonden.
Jesaja 52:14  Nu is zijn gelaat wel onmenselijk verwrongen, En heeft zijn gestalte niets menselijks meer;
Jesaja 52:15  Maar eens zullen vele volken bij zijn aanblik ontroeren, En koningen hun mond voor Hem sluiten. Want dan zullen ze zien wat hun nooit was verkondigd, Aanschouwen wat ze nimmer nog hadden gehoord;

Walnoot laddermerg 2-jarige twijg

Een Rijsje of Twijg dat het Leven in zich zal dragen

Jesaja 53:1  (52-1) Wie toch zou geloven, wat òns is voorspeld, Wien is Jahweh’s arm  geopenbaard?
Jesaja 53:2  Als een vormeloos rijsje schiet Hij omhoog, Als een wortel uit dorstige grond; Zonder gestalte of luister, waar we naar opzien, Zonder gratie, die ons behaagt.
Jesaja 53:3  Veracht, en door de mensen verstoten, Man van smarten, met lijden bezocht: Voor wien wij ons het gelaat bedekken, Dien wij versmaden en verachten.
Jesaja 53:4   En toch, Hij draagt ònze kwalen, En torst ònze smarten; Maar wij beschouwen Hem als een melaatse, Geslagen, vernederd door Gòd.

Jesaja 53:5  Om ònze zonden wordt Hij doorboord, Om ònze misdaden wordt Hij gebroken; Op Hem rust de straf, ons ten heil, Door zijn striemen komt òns genezing.

Jesaja 53:6  Als schapen doolden wij allen rond, En ieder van ons ging zijns weegs; Maar Jahweh laat Hem ontmoeten Ons aller schuld.
Jesaja 53:7  Hij wordt mishandeld, maar verdraagt het geduldig, En opent zijn mond niet: Als een lam, naar de slachtbank geleid, Als een schaap, dat verstomt  voor zijn scheerders.
Jesaja 53:8  Men sleept Hem uit kerker en rechtzaal ter dood, Wie bekommert zich nog om zijn lot; Uit het land der levenden wordt Hij gestoten, Ter dood gebracht om de schuld van zijn volk.

Christus Grablegung Kalvarienberg Kapelle 14.Station Oberzeiring 20100331

Tussen zondaars ter dood gebracht, in het graf van de rijke gelegd - Het Lichaam van Jezus wordt in het graf gelegd - Kreuzweg Oberzeiring, 14.Station, O. Kaufmann Oberzeiring - Foto Mayer Bruno

Jesaja 53:9  Bij de goddelozen plaatst men zijn graf, Bij de zondaars zijn tombe; Toch had Hij geen onrecht gepleegd, Nooit was er bedrog in zijn mond.
Jesaja 53:10   Neen, maar het had Jahweh behaagd, Hem door lijden te breken, En als waarachtig zoenoffer Zijn leven te nemen. Nu zal Hij zijn kroost zien in lengte van dagen, Als Hij volbracht heeft wat Jahweh behaagt;
Jesaja 53:11  Hij zal het leven aanschouwen, van smarten bevrijd, En verzadigd worden van kennis. Zelf rechtvaardig, zal mijn Dienaar velen tot gerechtigheid brengen, Wier ongerechtigheid Hij heeft gedragen;
Jesaja 53:12  Zo zal Ik Hem velen tot erfdeel schenken, Zal Hij talrijke scharen ontvangen als deel van zijn buit. Daarom geeft Hij zijn leven prijs aan  de dood, En laat zich onder de boosdoeners tellen; Draagt Hij de misdaad  van velen, En bidt voor de zondaars!

Jesaja 61:1   De geest van Jahweh, mijn Heer, rust op Mij, Want Jahweh heeft Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om armen de blijde boodschap te brengen, Om te verbinden wiens hart is gebroken, Aan gevangenen verlossing te melden, Aan geboeiden bevrijding;
Jesaja 61:2  Om het genadejaar van Jahweh te preken, De dag der wraak van onzen God. Om alle bedroefden te troosten,
Jesaja 61:3  En Sions treurenden op te richten; Om hun een diadeem te schenken In plaats van as, Vreugde-olie voor rouwgewaad, En jubel voor wanhoop; Opdat men ze noeme: Gerechtigheids-eiken, Door Jahweh geplant tot zijn glorie.

Jeremia 23:5  Zie, de dagen komen, spreekt Jahweh, Dat Ik David een rechtvaardige Spruit zal verwekken, Een Koning, die met wijsheid zal heersen, En recht en gerechtigheid doen in het land.
Jeremia 23:6  In zijn dagen zal Juda worden verlost, En Israël in veiligheid wonen; En dit is de Naam, waarmee men Hem noemt: Jahweh, onze gerechtigheid!
Jeremia 33:14  Zie, de dagen komen, Is de godsspraak van Jahweh, Dat Ik de Belofte vervul, Die Ik gedaan heb Aan het huis van Israël En aan het huis van Juda!
Jeremia 33:15  In die dagen en in die tijd Zal Ik David een rechtvaardige Spruit doen ontkiemen, Die recht en gerechtigheid doet in het land!
Jeremia 33:16  In die dagen zal Juda worden verlost, En Jerusalem in veiligheid wonen; Men zal Hem noemen: Jahweh, onze Gerechtigheid!

Ezechiël 34:22  Ik zal mijn schapen redden, zodat ze niet meer worden geroofd; maar ook zal Ik recht doen tussen het ene schaap en het andere!
Ezechiël 34:23  Ik zal over hen één Herder aanstellen, om ze te hoeden: mijn dienaar David. Die zal ze weiden, een echte herder voor hen zijn.
Ezechiël 34:24  Ik, Jahweh, zal hun God zijn, en mijn dienaar David een vorst in hun midden; Ik, Jahweh, heb het gezegd!
Ezechiël 34:25  Ik zal met hen een bond van vrede sluiten, en de wilde beesten uit het land verjagen, zodat zij zelfs op de steppe nog veilig zijn, en in de bossen rustig kunnen slapen.

Daniël 7:1   In het eerste jaar van Belsjassar, koning van Babel, had Daniël op zijn legerstede een droom met visioenen. Hij schreef de droom in hoofdzaken op.
Zacharia 9:9   Juich van vreugde, dochter van Sion, Jubel, Jerusalems dochter: Zie, uw Koning komt naar u toe! Hij is Rechtvaardig en een Verlosser, Nederig, op een ezel gezeten, Op een veulen, het jong van een ezelin!
Zacharia 9:10  Uit Efraïm neemt Hij de strijdwagens weg, De paarden uit Jerusalem; De oorlogsboog wordt in stukken gebroken. Vrede zal Hij de volken verkonden; Van zee tot zee zal Hij heersen, Van de Rivier tot de grenzen der aarde!

Gerard ter Borch (I) 001

De Maagd Maria met kind en de Heilige Anna - 1616 Gerard Terborch de oudere (1583-1662)

Mattheüs 1:18   De geboorte van Jesus Christus geschiedde aldus. Toen Maria zijn moeder verloofd was met Josef, werd zij, voordat ze gingen samenwonen, in gezegende toestand bevonden van den Heiligen Geest.
Mattheüs 1:22  Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden wat de Heer gesproken heeft door den profeet, die zegt:
Mattheüs 1:23  “Zie, de maagd zal ontvangen, en een zoon baren; en men zal Hem Emmánuel noemen“; dat is vertaald: God met ons.

Mattheüs 16:16  Simon Petrus antwoordde: Gij zijt de Christus, de Zoon van den levenden God!
Mattheüs 16:20  Toen gebood Hij zijn leerlingen, aan niemand te zeggen, dat Hij de Christus was.

Mattheüs 26:68  en zeiden: Profeteer ons Christus: wie heeft U geslagen?
Markus 8:27   Daarna ging Jesus met zijn leerlingen naar de dorpen van Cesarea Filippi. Onderweg ondervroeg Hij zijn leerlingen, en zeide tot hen: Wien zeggen de mensen, dat Ik ben?
Markus 8:28  Ze zeiden Hem: Johannes de Doper; anderen: Elias; anderen weer: één der profeten.
Markus 8:29  Nu vroeg Hij hun: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Petrus antwoordde Hem: Gij zijt de Christus.
Markus 8:30  En Hij gebood hun ten strengste, hierover met niemand te spreken.

Markus 14:61  Maar Hij zweeg, en antwoordde niets. Opnieuw vroeg Hem de hogepriester, en zei Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon van den Gezegende?
Markus 14:62  Jesus sprak: Ik ben het! Gij zult den Mensenzoon gezeten zien aan de rechterhand der Majesteit, en Hem zien komen op de wolken des hemels.
Markus 14:63  Toen scheurde de hogepriester zijn klederen, en zeide: Wat hebben we nog getuigen nodig?
Markus 14:64  Gij hebt de godslastering gehoord. Wat dunkt u? En allen spraken het vonnis uit, dat Hij des doods schuldig was.

Lukas 2:11  Heden is u in de stad van David een Verlosser geboren, Christus de Heer!
Lukas 2:26  De Heilige Geest had hem geopenbaard, dat hij de dood niet zou zien, voordat hij den Gezalfde des Heren had aanschouwd.

Johannes 4:25  De vrouw zeide Hem: Ik weet, dat de Messias komt, (die Christus genoemd wordt); wanneer Die komt, dan zal Hij ons alles verkondigen.
Johannes 4:26  Jesus zeide haar: Dat ben Ik, die met u spreek.

Johannes 7:26  En zie, Hij spreekt in het openbaar, en men zegt Hem niets. Zouden dan de overheden werkelijk hebben erkend, dat Hij de Christus is?
Johannes 7:27  Maar van Hem weten we, waar Hij vandaan is; als echter de Christus komt, weet niemand, waar Hij vandaan komt.
Johannes 7:31  Uit de menigte geloofden er velen in Hem. Ze zeiden: Zal de Christus, als Hij komt, meer tekenen doen dan Hij verricht?
Johannes 7:41  Anderen zeiden: Hij is de Christus. Weer anderen zeiden: Komt dan de Christus uit Galilea?
Johannes 7:42  Heeft dan de Schrift niet gezegd, dat de Christus uit het geslacht van David komt, en uit Bétlehem, het dorp, waar David woonde?

Johannes 9:22  Zo spraken zijn ouders uit vrees voor de Joden; want reeds waren de Joden overeengekomen, om iedereen uit de synagoge te bannen, die Hem als den Christus beleed.
Handelingen 2:36  Heel het huis van Israël zij er dus van doordrongen, dat God dienzelfden Jesus, dien gij hebt gekruisigd, tot Heer en Christus heeft gesteld.

Handelingen 3:20  opdat de tijden mogen aanbreken van ‘s Heren verkwikking, en opdat Hij Jesus doet komen, die u als de Christus is voorbestemd,
Handelingen 3:21  en die nu in de hemel moet blijven wonen tot aan de tijden van het herstel aller dingen, waarvan God van ouds heeft gesproken door de mond zijner heilige profeten.
Handelingen 4:26  Komen de koningen der aarde bijeen, Spannen de vorsten samen tegen den Heer en zijn Christus?”
Handelingen 4:27  Waarachtig, ze hebben in deze stad samengespannen tegen Jesus, uw heiligen Dienaar, dien Gij gezalfd hebt: Herodes en Póntius Pilatus met de heidenen  en de stammen van Israël:
Handelingen 4:28  om te voltrekken wat uw hand en uw raadsbesluit vooruit had beschikt.

Handelingen 10:38  Hoe God Jesus van Názaret met den Heiligen Geest en met kracht heeft gezalfdhoe Hij weldoende rondging en allen genas, die door den duivel werden beheerst, omdat God met Hem was.Jezus

Handelingen 18:28  want hij weerlegde in het openbaar de Joden met grote kracht, en bewees uit de Schriften, dat Jesus de Christus is.
Handelingen 26:22  Maar door Gods bijstand geholpen, houd ik stand tot op deze dag toe, en leg ik getuigenis af voor klein en groot. Maar ik leer niets anders, dan wat de profeten en Moses hebben voorspeld:
Handelingen 26:23  dat de Christus moest lijden, en als de eerste uit de opstanding der doden, het licht zou brengen aan het volk en de heidenen.

+

Voorgaand: + Het begin van Jezus #4 Aangekondigde te komen Verlosser

An English version of the Bible verses can be found in: Written to recognise the Promissed One

++

Nederlandstalige lezers kunnen de aansluitende artikelen lezen:

  1. Het begin van Jezus #1 Menselijke aspecten
  2. Het begin van Jezus #2 Aller Begin
  3. Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
  4. Het begin van Jezus #4 Aangekondigde te komen Verlosser
  5. Jezus van Nazareth #1 Jezus Geboorte
  6. Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria

English readers may find following articles:

  1. Jesus begotten Son of God #4 Promised Prophet and Saviour
  2. Jesus begotten Son of God #5 Apsotle, High Priest and King
  3. Jesus begotten Son of God #6 Anointed Son of God, Adam and Abraham
  4. Jesus begotten Son of God #3 Messiah or Anointed one
  5. Jesus begotten Son of God #7 A matter of the Future
  6. Jesus begotten Son of God #8 Found Divinely Created not Incarnated
  7. Jesus begotten Son of God #9 Two millennia ago conceived or begotten
  8. Jesus begotten Son of God #13 Pre-existence excluding virginal birth of the Only One Transposed
  9. Jesus begotten Son of God #14 Beloved Preminent Son and Mediator originating in Mary
  10. Jesus begotten Son of God #15 Son of God Originating in Mary
  11. The Beginning of the life of Jesus Christ
  12. Christ having glory
  13. The Beginning of the life of Jesus Christ

Over Christadelphians

Free Christadelphians or Brothers and sisters in Christ, living in Belgium, European Union. - Vrijë Christadelphians of Broeders en zusters in Christus wonende in België in de Europese Unie.
Dit bericht werd geplaatst in Bijbelcitaten, Jezus Christus, Jesus, Jeshua, Jahushua en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.