Ware Geloof en Ware Geloofsgemeenschap

Het “Juiste Geloof” of het “Ware Geloof” waar in de Bijbel sprake van is, gaat over de houding en instelling van de mens die zijn geloof moet gebaseerd hebben op de Ene Ware God en op de Woorden van die Enige Ene Ware God die tot ons zijn gebracht in de Heilige Schrift.

Zij die het “Ware Geloof” beweren te hebben, moeten niet gebonden zijn aan menselijke woorden, maar aan de Woorden van God.

Kaapstad Ecclesia

Als er in het Evangelie over het Ene Lichaam van Christus wordt gesproken, moeten wij beseffen dat dat lichaam bestaat uit meerdere ledematen.

Zoals Jezus de Wil van zijn Vader trachtte te doen moeten ware gelovigen zich er ook toe zetten om volledig naar de Wil van God te leven. Het Ware Geloof, alsook een Waar lid van Christus, kan men vinden bij diegene die zich op de Heilige Schrift richt om de Wil van God de Vader, de Enige Ware God te leren kennen, en er alles toe doet om zich volgens de Wil van die Ene Ware God te gedragen. Het Ware Geloof is dat Geloof dat aanvaardbaar is voor God.

Zij die willen behoren tot het Ware Geloof zijn diegenen die zich er volledig toe zetten om de leer van Christus Jezus, de door God aangestelde ‘Heer‘ en Bemiddelaar op te volgen. Het zijn zij die dit trachten te doen in eenheid van geest en niet in verscheurdheid. God wil namelijk dat wij één zijn. Hiervoor moeten wij ons inzetten om de verschillen tussen de verschillende mensen te verdragen, hier mee om te gaan, ons niet zo zeer te focussen op die verschillen, maar eerder de eenheidspunten te herkennen en te erkennen van samen te gaan voor Jezus Christus de Heer, Verlosser, Messias en onze hoop op eeuwig leven. Een ware gemeenschap (of kerk, of kerkgenootschap, of ecclesia) is diegene waar men aan het één zijn in Christus werkt en hiervoor alle inspanningen doet om elkaar te leren te accepteren en met elkaar te leven in één geest. (Romeinen 12:3-5; Kolossenzen 3:15; Efeziërs 2:14-16; 4:1-6; 1 Korinthiërs 12:4-6).

Eén van geest zijn betekend niet dat wij allemaal identiek hetzelfde moeten zijn en handelen. Zoals een menselijk lichaam bestaat uit vele delen en die delen niet allemaal hetzelfde doen, is het ook met ons in de gemeenschap van gelovigen. Al zijn we met velen, is het door onze verhouding tot Christus dat wij ons verenigd moeten voelen in geest en samen één lichaam moeten vormen. (Romeinen 12:5) Zoals Jood en niet-Jood samen tot één persoon zijn versmolten bij de offerdaad van Jezus, heeft Christus afgerekend met de Joodse wet, die de oorzaak van de scheiding was.(Efeziërs 2:5) Het “Ware Geloof” is dat geloof waarbij de volgelingen van Christus als broeders en zusters met elkaar samen door het leven willen gaan in de erkenning van elk een stuk voor stuk leden van dat lichaam van Christus te zijn, waarbij men de naam ‘christen‘ voor die volgeling van Jezus de Messias of Christos is gaan gebruiken. Het is dat bij elkaar horen dat mee zal gaan bepalen of men in dat Ware Geloof vertoefd.

Zij die nu tot hetzelfde lichaam behoren, zijn diegenen die zich tenvolle aan Christus Jezus hebben over gegeven en volgens zijn leer ook de liefde uitdragen die hij predikte. Dat houdt in dat voor hen wederzijdse haat verdwenen is, want wij zijn allen met God verzoend. Diegenen die tot het “Ware Geloof” behoren zijn diegenen die inzien dat zij niet door een verbintenis met een wereldse vereniging samen hangen, maar die verenigd zijn in het geestelijke leven dat hen door Jezus is aangereikt en door de martelpaal dat een einde aan de tegenstelling kon komen brengen. (Efeziërs 2:16)

Het één zijn ligt in die ene liefde voor die Ene Ware God, de Elohim (= De enige) Allerhoogste Jehovah, Koning van de Koning der koningen (Jezus) die de Schepper als Heer op aarde heeft aangesteld, ook al zeggen de mensen dat er in de hemel en op aarde vele goden en vele heren zijn. Maar diegenen met het ware geloof weten beter dan zij die zich aan de vele wereldse goden willen houden. Zij die het “Ware Geloof” bezitten zijn zij die de door God aangestelde Heer en bemiddelaar in al zijn eigenschappen aanvaarden (mens zijnde, aangestelde profeet van God, voorname leermeester, hogepriester en bemiddelaar tussen ons en God). Ware Gelovigen beseffen dat het dankzij het Zoenoffer is van Jezus dat de Nieuwe Schepping tot stand kon komen, waar zij die hem aanvaarden ook deel van zullen mogen uit maken door hun hoop in de beloften die door God en Zijn zoon waren gegeven. Door Jezus offerdood hebben wij namelijk het leven gekregen (1 Korinthiërs 8:6, Filippenzen 2:9-11) Zij die behoren tot het “Ware Geloof” zijn zij die ook openlijk erkennen tot eer van God de Vader, dat Jezus Christus de Here of Heer is. Want als u zegt dat Jezus Christus uw Heer is en als u met uw hele hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u gered worden. (Romeinen 10:9) Redding ligt niet in het behoren tot ene of gene genootschap of wereldse instelling, maar tot het geloof in wat in de Bijbel staat en in wat Jezus voor de mensheid verricht heeft.

Rechtvaardig verklaring gebeurt niet door een papiertje of overeenkomst te tekenen met een wereldse organisatie, maar door zich met Christus Jezus tot God te verbinden en door met uw hele hart op Christus de loskoper te vertrouwen, en niet zo zeer op andere mensen of zogenaamde heiligen.(Romeinen 10:10) Naast het vertrouwen op Christus moet het geloof er zijn in zijn loskoop offer en het vertrouwen in God dat deze dat Zoenoffer (zond– of schuldoffer) voor ons ook zal doen gelden als wij het aanvaarden en volgens de leer van Zijn eniggeboren zoon Jezus Christus leven.

Verwerpelijke Heidense symbolen gebruikt in het christendom

De “Ware Gemeenschap” is diegene die haar geloof baseert op de Bijbel en niet op menselijke verordeningen of door mensen bepaalde regels. God heeft in Zijn Woord de leefregels of verordeningen mee gegeven, en het zijn deze die moeten opgevolgd worden. De vele valse opvattingen die er in de wereld heersen, moet men als ware gelovige durven opzij zetten. Wij zijn zeer duidelijk gewaarschuwd door Paulus dat in de laatste tijden er nog meer verwarring zal gezaaid worden en er nog meer valse leringen zullen ontstaan die we moeten afwenden (2 Timotheüs 4; 3:1). Als we ware volgelingen van Gods woord willen zijn, dan moeten we deze woorden van Paulus zeer serieus nemen. Als wij de Heilige Schrift lezen kunnen wij voldoende tekens daaruit herkennen waardoor wij weten dat we in de laatste of einde van de tijden zijn gekomen; en dus moeten we ervan bewust zijn dat deze dingen zullen gebeuren. We zijn er ook allemaal van bewust dat er velen zijn die zich christenen noemen, die niet eens leren wat de Bijbel zegt, maar zich verbonden houden met georganiseerde kerken, die er niet Schriftuurlijke leerstelling op na houden en zelfs hun eigen verantwoordelijken leren om macht en geld naar zich toe te trekken.

Wij zien verschillende gemeenschappen die hun diensten verschillend uitvoeren, maar dat hoeft niet in te houden dat zij geen ware gelovigen zouden zijn. Iedereen in dat lichaam van Christus kan en mag verschillend zijn en moet zelfs, in opdracht van Christus Jezus, zijn of haar bijzondere gaven ten nutte van de verspreiding van het geloof gebruiken. Alle verschillende taken moeten wel ten name van Jezus en zijn Vader opgedragen worden. Bij hen van het “Ware Geloof” moeten de handelingen en activiteiten komen van diezelfde Bron. (1 Korintiërs 12:4 -6) Het is in Hem (Jehovah) dat elke handelende ware gelovige de kracht verkrijgt om het juiste te gaan doen en een licht in de wereld te zijn voor diezelfde opdracht, te groeien naar God toe, het lichaam van Christus Jezus aantrekkend, om door de nauwe poort binnen te kunnen gaan.

Zij die het “Ware Geloof” hebben zijn diegenen die zich ook met anderen verbonden willen voelen, ook al hebben die andere gaven. Ware gelovigen erkennen dat God eenieder van ons toebedeeld met die gaven die God nodig acht om Zijn Plan te verwezenlijken. Het “Ware Geloof” is datgene dat open staat voor de verscheidenheid in eenheid. Een voor God aanvaardbare gemeenschap is deze die zich volledig inspant om samen tot het “Ware Geloof” te komen in onderworpenheid aan God vol liefde voor elkaar en de medemens buiten de gemeenschap, waarbij de verschillende gaven in overeenstemming met de genade, die God die leden van de gemeenschap geschonken heeft, ook worden toegewend om Zijn Naam en het Goede Nieuws te verkondigen. In de ware geloofsgemeenschap zal eenieder zich ten dienste stellen om het Godswerk zo goed mogelijk te verrichten, door de gaven die hij of zij heeft ten volle te nutte te maken, of het nu is met een gave voor een bediening, dat men zich dan ook houdt aan de bediening; wie leraar is, kan zich zo ook houden aan het onderricht, maar ook dagdagelijkse handelingen eisen een inzet, waarbij eenieder zich voor kan aanbieden (toiletten of gemeenschappelijke plaatsen die gereinigd moeten worden, toezicht dat moet gehouden worden, organiseren van activiteiten, enz.)

Ware gelovigen zoeken achter de Waarheid omtrent de Enige Ware God. Zij leren deze Allerhoogste kennen en verkondigen Zijn Heilige Naam: Jehovah.

De Ware Gemeenschap is ook deze waarin de gelovigen zich ook ten volle willen inzetten om elkaar in het geloof te doen groeien. Maar indien er vermaning nodig is, dat ook durven doen. Wie vermaant, zal zich moeten houden aan de vermaning in de geest van de liefde van Christus Jezus en wie uitdeelt, zal dit moeten doen in eenvoud en nederigheid zoals Jezus en andere profeten zich nederig voor God hebben opgesteld. Zo ook hoort diegene die voorzit dat te doen niet als een alles opleggende leider, die geen tegenwoord verdraagt, maar als iemand die steeds open blijft staan voor raad van anderen en zich volledig met ijver inzet voor de gemeenschap van de gelovigen.

De Ware Geloofsgroepering is diegene waar alles in liefdevolle overtuiging gebeurt met een blijmoedigheid die geen tegenprestaties verlangt, maar met het doel, om diegenen die tot God willen komen en zo ‘apart-geplaatst’ (geheiligd) willen worden tot volmaakte plichtsvervulling te brengen, om op te bouwen het Lichaam van Christus.(Efeziërs 4:12)

In Handelingen der Apostelen kunnen wij verscheidene manieren vinden waaraan die groep van gelovigen zich konden houden of hoe zij zich konden organiseren. De schrijver Lukas laat ons ook zien dat er nu en dan wel eens meningsverschillen waren tussen de apostelen onderling en tussen leden van de gemeenschappen. Sommige verschillen mochten blijven bestaan en werden opgelost in vredelievendheid, soms door elk een andere weg te gaan, maar verder toch nog samen te werken.

Er waren er die have en goed verkochten, maar van niemand werd het als voorwaarde gesteld om deel te worden van de gemeenschap. Doch waren er zaken die zij als gemeenschappelijk aanschouwden, of waar zij op toe zagen dat eenieder naar behoeften kon hebben. (Handelingen 2:44 -45)

Bij de Gemeenschap van het “Ware Geloof” vindt men dat de leden meer dan op één bepaalde dag samen kwamen. Ook al hoeft dit niet elke dag te zijn, maar toch zien wij dat er dagelijks leden de tempel of het gebedshuis bezochten en samen thuis het brood werd gebroken, het is te zeggen het Laatste avondmaal des Heren in herinnering werd genomen. (Merk dat er niet vermeld staat in Handelingen dat dit enkel op 14 Nisan gebeurde.) (Handelingen 2:46) bij de regelmatige bijeenkomsten lag wel het belang op de eendracht die er moest heersen. Het één zijn van denken lag en moet nog steeds liggen in het samenhorigheidsgevoel, waarbij allen samen Jehovah God willen loven en anderen het belang willen laten inzien van de noodzakelijke verheerlijking van deze Schepper van hemel en aarde die ons met Jezus de vervulling van de Belofte aan onze Aartsvader Abraham heeft gegeven.

Het “Ware Geloof” houdt in dat men niet bang is zich uit te drukken over dat geloof in de Ene Ware God en in de Schenking die Hij voor de gehele mensheid heeft voorzien. Dat men er zich niet voor schaamt in het bezit te zijn van dezelfde geest van het geloof, waarvan geschreven staat:

“Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken.”

De Broeders en Zusters in Christus zijn niet gebonden aan één wereldse organisatie maar zijn onderworpen aan Jezus Christus hun Heer, die boven hen maar onder God staat, zetelt aan Gods rechterhand en later het Koninkrijk van Christus en Koninkrijk van God ook weer aan zijn Vader zal geven. (Psalm 110:1; Handelingen der Apostelen 7:55) geloven ook wij en spreken het daarom ook uit in de hoop dat de waarachtige rechtsbeslissingen van God uit mogen komen (Psalmen 19:9). Als Ware Gelovigen willen wij in gemeenschap rechtvaardig wandelen naar Gods bepalingen eerder dan naar rechtsregels van Genootschappen, Kerken of Organisaties (Spreuken 20:7). In de Ware Gemeenschap zijn er geen meerderen of minderen, mits allen eenvormig onder Christus willen staan, met het besef dat het Christen zijn niet slechts een geloof maar een levenswijze is. Zij die in de juiste gemeenschap leven beseffen dat zij nederige dankbaarheid tegenover Jezus en God horen te getuigen omdat zij tot die loopbaan werden geroepen om het voorbeeld van Christus Jezus te volgen die het juiste model ons heeft nagelaten. (1 Petrus 2:21; Johannes 13:15) Zij die navolgers van Jezus de Nazarener, zoon van Jozef en Maria, zijn en aldus geen aandacht schenken aan fabels of verzinsels van Joden of niet Joodse bedenksels, en zich niet houden aan geboden of regels van mensen of instellingen die zich van de waarheid afwenden. (1 Korintiërs 11:1) Dezen, in waarheid staan er niet op wereldse macht te verlangen, maar innerlijke rust en de mogelijkheid om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Zij azen dus niet op priesterambten, die niet meer nodig zijn om dat Jezus nu de Hoge Priester ad summum is en zelf niet iemand hoger stelt dan een ander, mits Jezus zelf niet de plaatsen der mensen zal kunnen bepalen, omdat het God gegeven is om te beslissen wie de troon mag bestijgen en naast Jezus mee zal mogen regeren. (Mattheus 20:23) In de Ware Gemeenschap is niemand nog aan een ander mens of organisatie onderworpen, want al die dingen heeft God onder Jezus zijn voeten onderworpen. Enkel die mens heeft van God de toelating gekregen om de Gemeente van God te leiden. Die Gemeente van Christus moet dan ook in de volheid van Jezus zijn, die alle dingen vervult. (Efeziërs 1:11,23) Jezus alleen is het hoofd van het Lichaam, de Gemeente. (Kolosenzen 1:18, 24)

Aankondigingsbord voor een lezing door de Broeders in Christus of Christadelphians

De Gemeente van God is deze dus die ook geen belang hecht aan nominaties of ordonnanties maar zich ten volle over geeft aan het onderhouden en onderzoeken van Gods geboden. (1 Kronieken 28:8) Het is die gemeenschap die niemand on-Schriftuurlijke beperkingen zal opleggen voor wat zij al of niet mogen eten of hoe zij zich al of niet moeten kleden, of welke feestdagen zij al of niet mogen of moeten vieren betreft vieringen van nieuwe manen of sabbatten, want die dingen zijn een vooraftekening van toekomstige dingen die God zal voorleggen, terwijl in de werkelijkheid van vandaag wij ons horen te houden aan die dingen die Christus Jezus toebehoren. (Kolosenzen 2:16,17) Dus indien u tot een kerkgemeenschap hoort die u persoonlijk verbied om verjaardagen of naamdagen te vieren kan u zich daarbij vragen stellen. Indien u bij een gemeenschap bent die u zegt dat u alleen maar op zondag of alleen maar op zaterdag of vrijdag of sabbat (van vrijdag zonsondergang tot zaterdag zonsondergang) God zou mogen eren, vergewist u er van of dat wel die juiste gemeenschap kan zijn. God kan men alle dagen van de week eren, en voor God mag men ook altijd feesten inrichten zo lang zij maar verlopen volgens Zijn Wil en er niets gebeurt dat indruist tegen de Wetten van God. Wij zijn nu niet meer gebonden aan vroegere offerbepalingen en mogen nu rekenen op de bevrijding door Jezus zijn zoenoffer dat het volmaakte offer is geworden waardoor al de andere overbodig zijn geworden. (Hebreeën 9:9-12; 10:1; Mattheus 5:17; Romeinen 10:4)

Het “Ware Geloof” moet de juiste vruchten opbrengen die de mogelijkheid zullen vormen om anderen aan te trekken in dezelfde geest te komen en zich te verenigen onder Jezus naam om als één natie onder Christus het Koninkrijk van God te gaan betreden, onder de vergeving van Jezus zijn goedgunstige hand, doordat hij de verordeningen tegen ons met zijn lichaam aan de martelpaal heeft gehangen en hierdoor uit de weg heeft geruimd. (Mattheüs 21:43; Kolosenzen 2:13-14)

In de Ware Kerk van God voelt eenieder zich verenigd en is er geen verschil tussen Jood noch Griek, want allen horen één persoon in opdracht met Christus Jezus te zijn. Al was men niet gelovig, ongelovig, of anders gelovig voor het doopsel, maar heeft men besloten om voor Jezus Christus te gaan in gemeenschap van anderen die zich van de wereld onttrokken hebben of apart geplaatst hebben (‘geheiligd zijn‘) moet men in eendracht mét Christus één zijn, hem toebehoren,  en zich met God verzoenen. (Galaten 3:28; Romeinen 10: 12; Efeziërs 2:11-16)

Samenkomst om het Woord van God in een Bijbelstudie te bestuderen.

Het is in die eendracht dat men gezamenlijk bereid is om, ook al mag het in een kleine kring, zelfs al was het in een huis, lering te ondergaan, samen te komen om elkaar aan te moedigen en te vormen. Dat samenkomen, hoort een vast onderdeel zijn van de gewoonten van de gemeenschap, die niet enkel in haar eigen nest blijft maar ook uit gaat om te verkondigen en er de moeite voor doet om mensen het Goede Nieuws te brengen, zoals Jezus heeft bevolen discipelen te maken. De kerkgemeenschap moet er zorg voor dragen dat er gepredikt wordt maar ook werk van wordt gemaakt om nieuwe mensen aan te trekken en deze tot bekering te brengen zodat zij kunnen over gaan om zich te laten dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest. Opdat men moge weten dat die Vader de Allerhoogste is, wiens naam Jehovah is. (Mattheüs 28:19; Psalm 83:18) Ware gelovigen weten dat het niet een Kerk, Instelling, Organisatie of Genootschap is dat de gelovigen maakt en recht op eeuwig leven zal geven. God is het die de pottenbakker is en het leem kneed tot het lichaam van Christus. (Jesaja 64:8) Het is niet een Paus, Organisatie of Genootschap dat tot een superieure positie verhoogd is, maar Jezus de Heer, eniggeboren zoon van God, die goedgunstig de naam gegeven is die boven elke andere naam is. (Filipenzen 2:9,11) Ook al is en blijft Jehovah God alleen de Allerhoogsteover heel de aarde, mag Jezus het zijn, en niet enige organisatie of genootschap, die alles zal mogen bepalen op aarde en Koning der koningen en Heer der heren zijn. Geen enkel menselijke organisatie is gemachtigd om autoritair op te treden daar alle autoriteit in de hemel en op aarde Jezus is gegeven. Hij, Jezus zal en mag enkel de enige Machthebber zijn. Hem allen zij Hem zij eer en eeuwige macht. (Mattheüs 28:18; Filipenzen 2:10; 1 Timotheüs 6:15; Openbaring 19:16)

De bekeerden tot God, moeten zich laten dopen in de naam van Jezus Christus, want dan worden hun zonden vergeven en kan Gods Kracht (de Heilige Geest) over hen komen om verder uit te gaan om alle volken tot discipelen te maken en weerom te dopen en hen te leren altijd te doen wat Jezus zijn discipelen heeft gezegd. (Mattheüs 28:18-19)

Doop door onderdompeling als witwassing van de zonden en overgave tot Jezus en tot zijn Vader, God de Allerhoogste.

Al die gedoopten moeten zich verbonden voelen als wedergeborenen, ook al mogen zij mijlen ver uit elkaar wonen en tot verschillende huizen of gemeenschappen behoren. Hun verbondenheid moet zichtbaar in Christus Jezus zijn waarbij zij duidelijk slechts één Naam als Allerhoogste blijven aanroepen. Want er staat ook:

“Ieder die de naam van de Heer van de Heer van heren, de Adonai Jehovah God aanroept, zal gered worden.”

Om dit te kunnen doen moeten zij vooreerst in gemeenschap dat zelfde geloof in die Ene Ware God hebben, want anders kunnen zij die Juiste Heer niet aanroepen. Hiervoor komt het er daarom op aan dat de Ware Gelovigen hen aanspreken die verkeerde dingen geloven en hen richten zodat zij het Ware Geloof kunnen vinden, dit door de Woorden van God ernstig te onderzoeken. (Romeinen 10:13-16)

Ware Gelovigen gaan in eendracht met de geest van Christus, hem volgend doorheen de wereld met de verkondiging van het Goede Nieuws van het komende Koninkrijk van God, want eerst zal dit Evangelie van het rijk over heel de wereld worden verkondigd tot een getuigenis voor alle volkeren. Dan zal pas het einde komen.(Mattheüs 24:14) In voorgaande eeuwen kon ook al voor bepaalde kerken of gemeenschappen bestonden deze stem van Ware Gelovigen zich over heel de aarde verbreiden, En hun woorden konden zo tot aan de uiteinden van de wereld komen, al is er nog veel werk te verrichten om nog meer mensen God en Zijn Plan van wereldvrede te leren kennen. (Romeinen 10:18) Zoals dit immers in heel de wereld vruchten draagt en groeit, zo doet het dit ook onder die gemeenschap van gelovigen van de dag af, waarop zij Gods genade hebben vernomen, en ze in waarheid hebben aanvaard. (Kolossenzen 1:6) Hieraan zal men die ware gelovigen en ware gemeenschappen kunnen herkennen, dat zij onwankelbaar op het geloof blijven gegrond, en zich niet gaan vasthechten aan leerstellingen van aan de macht staande personen in de gemeenschap of aan mensen die de gelovigen onder bedwang houden onder één allesbepalende organisatie of genootschap. Elke gelovige moet individueel onder Christus Jezus staan en zich tegenover deze verantwoorden. De Ware Gelovige en de Ware Geloofsgemeenschap houdt onwrikbaar vast aan de hoop van het Evangelie, dat zij vernomen hebben en dat verkondigd wordt aan alle schepselen onder de hemel, en waarvan ook de vroeger christen vervolger, Paulus, de bedienaar van was geworden. (Kolossenzen 1:23)

De mensen kunnen enkel de Ware God aanroepen of aanbidden, als zij er van gehoord hebben en er in geloven, doordat iemand hen over Hem verteld heeft. Ware gelovigen is het hun taak hun geloof uit te dragen en de mensheid te vertellen wie God is, wat Hij gedaan heeft en wat Hij van plan is nog te doen. Ware Gelovigen brengen het geluid van het goede nieuws en verkondigen dat God een dag heeft bepaald, waarop Hij de wereld met rechtvaardigheid oordelen zal door een man, die Hij daartoe bestemd heeft. De Ware Gelovigen laten anderen zien welke bewijzen God ons hiervoor heeft gegeven.(Romeinen 10:13-16; Handelingen 17:31)

Een gemeenschap van samenkomende broeders en zusters in Christus, samen de Ecclesia vormend.

Ware Gelovigen zijn zij die in de hoop van de offerdaad van Jezus en God Zijn rechtvaardigheid geloven en er in geloven dat als zij de bevelen van Jezus en God tot volharding bewaard hebben, ze ook voor hen in het uur der beproeving bewaard zullen worden. (Openbaring 3:10)

+

  1. Geloof
  2. Overtuiging voor de dingen die God beloofde
  3. Omtrent geloof en gospel
  4. Gehoorzamen aan God
  5. De Afstraling van Gods Heerlijkheid
  6. Gericht op God
  7. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #2 Christenheid tegenover christendom
  8. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #6 Volgers van de ware Jezus zijn volgers van Jeshua of Jeshuaisten
  9. Ware Christenen of volgers van de ware Christus Jezus of volgers van Jeshua #1 Verontreiniging
  10. Ware Christenen of volgers van de ware Christus Jezus of volgers van Jeshua #3 Volgers van de ware Jezus
  11. Gericht op Jezus
  12. Wat te doen om een kind van God te worden
  13. Ware Hoop
  14. Werking van de Hoop
  15. Kernpunten van Geloof
  16. Geloof heeft te maken met hoe je voelt
  17. Beter een arme die in oprechtheid wandelt
  18. Geloof is een pijpleiding
  19. Geloof een verbintenis tot de beloften van Christus en een verbintenis aan de eisen van Christus
  20. Een norm waaraan de verstandigen en eerlijken zich kunnen herstellen optrekken
  21. Te Nemen Stappen
  22. Het eerste op de lijst van de zorgen van de heilige
  23. Karakter omgezet door de invloed van onze omgang
  24. Maken van een kerk
  25. Christen worden iets anders dan lid worden van een kerk.
  26. Goede mensen en verborgen christenen
  27. Geloofsbelijdenissen
  28. Opdracht voor christen
  29. Leven van Christus leerstellingen
  30. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #6 Samenhoren
  31. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #9 Omgang met anderen
  32. Geloofspunten van de Christadelphians
  33. Al of niet verenigen
  34. Samen werken aan een Open Gemeenschap
  35. Elkaar Helpen
  36. Omtrent bijeenkomen en vergaderen
  37. Kerk van eenzelfde lichaam levendig houden of laten groeien
  38. Intenties van de ecclesia
  39. De ecclesia als lichaam van Christus
  40. Opbouw van een ecclesia en verbonden kosten
  41. Een norm waaraan de verstandigen en eerlijken zich kunnen herstellen optrekken
  42. Vuur in zich hebben om anderen warm te maken
  43. Trouw wanneer het meest nodig is
  44. De weg ten leven
  45. De Wederkomst en de Eindtijd #5 De Verlosser uit de hemel
  46. Het volk van God dankt zijn bestaan aan de genade en goedheid van God
  47. De voordelen van een kleine gemeenschap of een huiskerk
  48. Structuur -structuren
  49. Een samenkomst of meeting
  50. Verzamelen, bijeenkomen, samenkomen, vergaderen
  51. Eerste eeuw Ecclesia
  52. “Follow the Leader” is alles loslaten
  53. Leesdienst
  54. Is uitleg over christadelphians op Katholieke website correct
  55. Congregatie
  56. Een kerk naar smaak en taal
  57. To belong to = toebehoren + Toebehoren
  58. Kerk van eenzelfde lichaam levendig houden of laten groeien
  59. Niet allen zullen het Koninkrijk beërven
  60. Wereld waarheen? #5 De Val van Babel
  61. De Wederkomst en de eindtijd #2 Blik op de nabije toekomst
  62. Halfslachtig leerlingschap

7 reacties op Ware Geloof en Ware Geloofsgemeenschap

  1. marcusampe zegt:
    Efeziërs hoofdstuk 4 vers 5: 5 (CANIS) één Heer, één geloof, één doopsel; 5 (BOEK) Voor ons is er maar één Heer, één geloof en één doop. 5 (GNB) Er is één Heer, één geloof en één doop. 5 (HSVNTPS) c één Heere, één geloof, één doop, {c #De 4:39 Mal 2:10 1Co 8:4,6} 5 (LEI) een Heer, een geloof, een doop, 5 (LeiNT04) een Heer, een geloof, een doop, 5 (LU) één Heer, één geloof, één doop; 5 (LUNT04) één Heer, één geloof, één doop; 5 (NB) één Heer, één geloof, één doop, 5 (NBG51) een Here, een geloof, een doop, 5 (NBV) één Heer, één geloof, één doop, 5 (PALM) Eén Heer is er, één geloof, één doop, 5 (STV) Een Heere, een geloof, een doop, 5 (TELOSNT) een Heer, een geloof, een doop; 5 (Vissering_NT) één Heer, één geloof, één doop; 5 (VoorhNT4) één Heer, één geloof, één doop; 5 (WV78) Een Heer, een geloof, een doop. 5 (WV95) Eén Heer, één geloof, één doop. als wij naar de omliggende verzen kijken wordt alles duidelijker: 4 ܕ݁ܬ݂ܶܗܘܽܘܢ ܒ݁ܚܰܕ݂ ܦ݁ܰܓ݂ܪܳܐ ܘܒ݂ܰܚܕ݂ܳܐ ܪܽܘܚܳܐ ܐܰܝܟ݂ ܡܳܐ ܕ݁ܶܐܬ݂ܩܪܺܝܬ݁ܽܘܢ ܒ݁ܚܰܕ݂ ܣܰܒ݂ܪܳܐ ܕ݁ܩܶܪܝܳܢܟ݂ܽܘܢ ܀ 4 Zodat jullie in één lichaam zouden zijn en in één geest zoals toen jullie werden geroepen tot één hoop van jullie roeping. 5 ܚܰܕ݂ ܗ݈ܽܘ ܓ݁ܶܝܪ ܡܳܪܝܳܐ ܘܰܚܕ݂ܳܐ ܗܰܝܡܳܢܽܘܬ݂ܳܐ ܘܰܚܕ݂ܳܐ ܡܰܥܡܽܘܕ݂ܺܝܬ݂ܳܐ ܀ 5 Want er is één Heer, één geloof en één doop, 6 ܘܚܰܕ݂ ܐܰܠܳܗܳܐ ܐܰܒ݂ܳܐ ܕ݁ܟ݂ܽܠ ܘܥܰܠ ܟ݁ܽܠ ܘܰܒ݂ܝܰܕ݂ ܟ݁ܽܠ ܘܰܒ݂ܟ݂ܽܠܰܢ ܀ 6 en één Alaha, de Vader van ons allen en over allen, met allen en in ons allen. 7 ܠܚܰܕ݂ ܚܰܕ݂ ܡܶܢܰܢ ܕ݁ܶܝܢ ܐܶܬ݂ܝܰܗܒ݁ܰܬ݂ ܛܰܝܒ݁ܽܘܬ݂ܳܐ ܐܰܝܟ݂ ܡܫܽܘܚܬ݂ܳܐ ܕ݁ܡܰܘܗܰܒ݂ܬ݂ܶܗ ܕ݁ܰܡܫܺܝܚܳܐ ܀ 7 Aan elk van ons is genade gegeven naar de maat van de gave van de Mshicha. In de NWV: 4 Eén lichaam is er en één geest, zoals GIJ ook werdt geroepen in de ene hoop waartoe GIJ werdt geroepen; 5 één Heer, één geloof, één doop; 6 één God en Vader van allen, die boven allen en door allen en in allen is.   Eén lichaam: Romeinen 12:3-5: 4 Want evenals wij in één lichaam vele leden hebben, maar de leden niet alle dezelfde functie hebben, 5 zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in eendracht met Christus, maar leden die ieder afzonderlijk elkaar toebehoren. Kolossenzen 3:15: 15 Laat ook de vrede van de Christus in UW hart heersen, want daartoe werdt GIJ feitelijk in één lichaam geroepen. {„Eén”, !ADVgSyp; P46B laten het weg.} Efeziërs 2:14-16: 15 Door middel van zijn vlees heeft hij de vijandschap, de uit verordeningen bestaande Wet der geboden, tenietgedaan, opdat hij de twee volken in eendracht met zichzelf tot één nieuwe mens zou kunnen scheppen en vrede zou kunnen maken, 16 en opdat hij door middel van de martelpaal beide volken in één lichaam volledig met God zou kunnen verzoenen, omdat hij door bemiddeling van zichzelf de vijandschap had gedood.   Eén geest: 1 Korinthiërs 12:4-6: 4 Nu is er verscheidenheid van gaven, maar het is dezelfde geest; 5 en er is verscheidenheid van bedieningen, en toch is het dezelfde Heer; 6 en er is verscheidenheid van werkingen, en toch is het dezelfde God die alle werkingen in allen tot stand brengt. Eén hoop: 1 Petrus 1:3-4: 3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want overeenkomstig zijn grote barmhartigheid heeft hij ons door middel van de opstanding van Jezus Christus uit de doden een nieuwe geboorte gegeven tot een levende hoop, 4 tot een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkelijke erfenis. Openbaring 20:5-6: 6 Gelukkig en heilig is een ieder die deel heeft aan de eerste opstanding; over dezen heeft de tweede dood geen autoriteit, maar zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaar met hem als koningen regeren. Openbaring 14:13: 13 En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: „Schrijf: Gelukkig zijn de doden die van nu af aan in eendracht met [de] Heer sterven. Ja, zegt de geest, laat hen rusten van hun moeizame arbeid, want de dingen die zij gedaan hebben, gaan tegelijk met hen.” Openbaring 22:6-7: 6 En hij zei tot mij: „Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; ja, Jehovah, de God van de geïnspireerde uitingen van de profeten, heeft zijn engel uitgezonden om aan zijn slaven de dingen te tonen die binnenkort gebeuren moeten. 7 En zie! ik kom vlug. Gelukkig is een ieder die de woorden van de profetie van deze boekrol onderhoudt.” Johannes 13:12-20: 12 Toen hij nu hun voeten had gewassen en zijn bovenklederen had aangetrokken en weer aan tafel was gaan aanliggen, zei hij tot hen: „Weet GIJ wat ik U heb gedaan? 13 GIJ spreekt mij met ’Leraar’ en ’Heer’ aan, en GIJ zegt dat terecht, want dat ben ik. 14 Indien ik daarom, ofschoon ik Heer en Leraar ben, UW voeten heb gewassen, dan behoort ook GIJ elkaars voeten te wassen. 15 Want ik heb U het voorbeeld gegeven, opdat ook GIJ zoudt doen zoals ik U heb gedaan. 16 Voorwaar, voorwaar, ik zeg U: Een slaaf is niet groter dan zijn meester, noch is iemand die wordt uitgezonden, groter dan degene die hem heeft gezonden. 17 Indien GIJ deze dingen weet, gelukkig zijt GIJ als GIJ ze doet. 18 Ik spreek niet van U allen; ik weet wie ik heb uitgekozen. Maar het is opdat de schriftplaats vervuld zou worden: ’Hij die zich met mijn brood placht te voeden, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven.’ 19 Vanaf dit ogenblik vertel ik het U, voordat het gebeurt, opdat GIJ, wanneer het gebeurt, moogt geloven dat ik het ben. 20 Voorwaar, voorwaar, ik zeg U: Wie iemand ontvangt die ik zend, ontvangt [ook] mij. En wie mij ontvangt, ontvangt [ook] hem die mij heeft gezonden.” Openbaring 1:2-3: 3 Gelukkig is hij die de woorden van deze profetie hardop leest en zijn zij die ze horen en die onderhouden al wat daarin geschreven staat; want de bestemde tijd is nabij.   Eén Heer: 1 Korinthiërs 8:4-6: 5 Want ook al zijn er die „goden” worden genoemd, hetzij in de hemel of op aarde, zoals er vele „goden” en vele „heren” zijn, 6 in werkelijkheid is er voor ons maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en wij voor hem; en er is één Heer, Jezus Christus, door bemiddeling van wie alle dingen zijn en wij door bemiddeling van hem. Filippenzen 2:8-11: 9 Juist daarom heeft God hem ook tot een superieure positie verhoogd en hem goedgunstig de naam gegeven die boven elke [andere] naam is, 10 zodat in de naam van Jezus elke knie zich zou buigen van hen die in de hemel en die op aarde en die onder de grond zijn, 11 en iedere tong openlijk zou erkennen dat Jezus Christus Heer is tot heerlijkheid van God, de Vader. Romeinen 10:8-10: 9 Want indien gij dat ’woord in uw eigen mond’, dat Jezus Heer is {Gr.: ku’ri·os; J12-14,16-18,22(Hebr.): ha·´a·dhon’, „de Heer”. Niet „Jehovah”.} 1 Korinthiërs 12:4-6: 4 Nu is er verscheidenheid van gaven, maar het is dezelfde geest; 5 en er is verscheidenheid van bedieningen, en toch is het dezelfde Heer; 6 en er is verscheidenheid van werkingen, en toch is het dezelfde God die alle werkingen in allen tot stand brengt. in het openbaar bekendmaakt en in uw hart geloof oefent dat God hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden. 10 Want met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding.   Verscheidenheid van bedieningen: Romeinen 12:5-8: 6 Daar wij nu gaven hebben die verschillen overeenkomstig de onverdiende goedheid die ons is gegeven, hetzij profetie, [laten wij profeteren] overeenkomstig het geloof dat [ons] is toegemeten; 7 of een bediening, [laten wij ons toeleggen] op die bediening; of hij die onderwijst, [laat hij zich toeleggen] op zijn onderwijs; 8 of hij die vermaant, [laat hij zich toeleggen] op zijn vermanen; hij die uitdeelt, [doe het] met vrijgevigheid; hij die de leiding heeft, [doe het] in alle ernst; hij die barmhartigheid betoont, [doe het] met blijmoedigheid. Efeziërs 4:11-14: 11 En hij heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten, sommigen als evangeliepredikers, sommigen als herders en leraren, 12 met het oog op het terechtbrengen van de heiligen, voor het werk der bediening, tot opbouw van het lichaam van de Christus, 13 totdat wij allen geraken tot de eenheid in het geloof en in de nauwkeurige kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de mate van wasdom die tot de volheid van de Christus behoort; 14 opdat wij niet langer kleine kinderen zouden zijn, heen en weer geslingerd als door golven en her- en derwaarts gevoerd door elke wind van leer door middel van de bedriegerij van mensen, door middel van listigheid in het beramen van dwaling. Handelingen 2:43-47: 43 Ja, iedere ziel werd door vrees overvallen, en er geschiedden voorts vele wonderen en tekenen door bemiddeling van de apostelen. 44 Allen die gelovigen werden, waren bij elkaar en hadden alle dingen gemeenschappelijk, 45 en zij verkochten voorts hun goederen en bezittingen en deelden de [opbrengst] aan allen uit, naar ieders behoefte. 46 En dag aan dag waren zij voortdurend eensgezind in de tempel aanwezig, en zij nuttigden hun maaltijden in particuliere huizen en gebruikten het voedsel met grote verheuging en oprechtheid van hart, 47 en zij loofden God en stonden bij het gehele volk in de gunst. Lukas 24:53: 53 En zij waren voortdurend in de tempel en zegenden God.   Eén geloof: 2 Korinthiërs 4:13-15: 13 Omdat wij nu dezelfde geest van geloof hebben als waarvan geschreven staat: „Ik heb geloof geoefend, daarom heb ik gesproken”, oefenen ook wij geloof en daarom spreken wij, 14 daar wij weten dat hij die Jezus heeft opgewekt, ook ons te zamen met Jezus zal opwekken en ons te zamen met U zal aanbieden. 15 Want alles geschiedt ter wille van U, opdat de onverdiende goedheid, die werd vermeerderd, overvloedig zou zijn wegens de dankzegging van nog velen meer tot de heerlijkheid van God.   Eén doop: Mattheüs 28:18-20: 19 Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. Handelingen 2:38: 38 Petrus [zei] tot hen: „Hebt berouw, en laat een ieder van U worden gedoopt in de naam van Jezus Christus tot vergeving van UW zonden, en GIJ zult als vrije gave de heilige geest ontvangen. Mattheüs 28:19-20: 19 Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. Handelingen 8:12: 12 Maar toen zij Filippus geloofden, die het goede nieuws van het koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus bekendmaakte, werden zij vervolgens gedoopt, zowel mannen als vrouwen. Handelingen 18:5-11: 5 Toen nu zowel Silas als Timótheüs uit Macedonië kwamen, ging Paulus zich intensief met het woord bezighouden, en hij gaf de joden getuigenis om te bewijzen dat Jezus de Christus is. 6 Maar toen zij zich bleven verzetten en schimpend bleven spreken, schudde hij zijn kleren uit en zei tot hen: „UW bloed zij op UW hoofd. Ik ben rein. Van nu af zal ik naar mensen uit de natiën gaan.” 7 Daarom trok hij vandaar weg en ging naar het huis van iemand genaamd Titius Justus, een aanbidder van God, wiens huis naast de synagoge stond. 8 Crispus echter, de presiderende dienaar van de synagoge, werd een gelovige in de Heer, en eveneens zijn gehele huisgezin. En velen van de Korinthiërs die toehoorden, gingen geloven en werden gedoopt. 9 Door middel van een visioen zei de Heer bovendien ’s nachts tot Paulus: „Vrees niet, maar blijf spreken en zwijg niet, 10 want ik ben met u en geen mens zal u aanvallen om u schade te berokkenen, want ik heb veel volk in deze stad.” 11 Hij bleef daar dan een jaar en zes maanden, terwijl hij onder hen het woord van God onderwees.   Eén God: 1 Korinthiërs 8:5-6: 5 Want ook al zijn er die „goden” worden genoemd, hetzij in de hemel of op aarde, zoals er vele „goden” en vele „heren” zijn, 6 in werkelijkheid is er voor ons maar één God {„Eén God.” Gr.: heis The’os; Lat.: u’nus De’us; J18,22(Hebr.): ´Elo·him’ }, de Vader, uit wie alle dingen zijn en wij voor hem; en er is één Heer, Jezus Christus, door bemiddeling van wie alle dingen zijn en wij door bemiddeling van hem. 1 Timotheüs 2:5-6: 5 Want er is één God en één middelaar tussen God en mensen, een mens, Christus Jezus, 6 die zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor allen — [hiervan] dient op de speciaal daarvoor bestemde tijden getuigenis te worden afgelegd. Deuteronomium 6:4-9: 4 Luister, o Israël: Jehovah, onze God, is één Jehovah. 5 En gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en geheel uw ziel en geheel uw levenskracht. 6 En deze woorden die ik u heden gebied, moeten op uw hart blijken te zijn; 7 en gij moet ze uw zoon inscherpen en erover spreken wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij op de weg gaat en wanneer gij neerligt en wanneer gij opstaat. 8 En gij moet ze als een teken op uw hand binden, en ze moeten tot een voorhoofdsband tussen uw ogen dienen; 9 en gij moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven. Romeinen 3:27-31: 27 Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Krachtens welke wet? Die van de werken? Volstrekt niet, maar krachtens de wet van het geloof. 28 Want wij zijn van oordeel dat een mens door geloof rechtvaardig verklaard wordt, afgescheiden van de werken der wet. 29 Of is hij alleen de God van de joden? Is hij het ook niet van mensen der natiën? Ja, ook van mensen der natiën, 30 indien God werkelijk één is, die besnedenen rechtvaardig zal verklaren ten gevolge van geloof en onbesnedenen rechtvaardig zal verklaren door middel van hun geloof. 31 Doen wij dan door middel van ons geloof de wet teniet? Dat geschiede nooit! Integendeel, wij bevestigen de wet. Markus 12:29-30: 29 Jezus antwoordde: „Het eerste is: ’Hoor, o Israël, Jehovah, onze God, is één Jehovah, 30 en gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met geheel uw kracht.’ Jesaja 42:8: 8 Ik ben Jehovah. Dat is mijn naam; en aan niemand anders zal ik mijn eigen heerlijkheid geven, noch mijn lof aan gehouwen beelden. Zacharia 14:9: 9 En Jehovah moet koning worden over de gehele aarde. Op die dag zal Jehovah één blijken te zijn, en zijn naam één. Maleachi 2:10: 10 „Hebben wij niet allen één vader? Heeft niet één God ons geschapen? Waarom handelen wij dan trouweloos jegens elkaar, door het verbond van onze voorvaders te ontheiligen? Galaten 3:20: 20 Nu is er geen middelaar waar het slechts één persoon betreft, maar God is slechts één. {„God”, P46!ABVgSyp; J7,8: „Jehovah.”} 1 Korinthiërs 12:4-11: 4 Nu is er verscheidenheid van gaven, maar het is dezelfde geest; 5 en er is verscheidenheid van bedieningen, en toch is het dezelfde Heer; 6 en er is verscheidenheid van werkingen, en toch is het dezelfde God die alle werkingen in allen tot stand brengt. 7 Doch de manifestatie van de geest wordt aan een ieder voor een nuttig doel gegeven. 8 Aan de een wordt bijvoorbeeld door middel van de geest spraak van wijsheid gegeven, aan een ander spraak van kennis overeenkomstig dezelfde geest, 9 aan een ander geloof door dezelfde geest, aan een ander gaven van gezondmakingen door die ene geest, 10 aan weer een ander het doen van krachtige werken, aan een ander het profeteren, aan een ander het onderscheiden van geïnspireerde uitspraken, aan een ander verschillende talen en aan een ander het uitleggen van talen. 11 Maar al deze werkingen worden door een en dezelfde geest tot stand gebracht, die aan een ieder respectievelijk uitdeelt zoals hij het wil.   *** Een Getuige van Jehovah kan tot het Rijk van God komen zoals even goed een Christadelphian of een andere Christen. Voor alle Christenen komt het er op aan dat zij tot het Ware Geloof komen. In bepaalde denominaties kan men mensen vinden die wel beweren tot die denominatie te behoren, maar eigenlijk heel andere dingen geloven dan die eigenlijke kerkgemeenschap. Een sprekend voorbeeld kan men vinden bij Katholieken. In de Katholieke Kerk is de Drie-eenheidsgedachte één van de kernpunten van het geloof. Toch kan men Katholieken vinden die wel geloven dat Jezus de zoon van God is en niet God. In wezen zouden zij niet kunnen behoren tot die Katholieke Kerk omdat zij de Triniteit of Drievuldigheidsleer, niet aanvaarden. Nochtans blijven zij zich beschouwen als Katholiek, al doen zij ook nog dikwijls niet wat de Paus , de leider van die Kerk, hen oplegt, zoals bijvoorbeeld geen voorbehoedsmiddelen nemen. Men kan zich daarbij wel afvragen waarom die mensen dan lid blijven van die Kerk, zelfs wanneer zij bijna nooit naar de diensten, zoals de zondagsmis gaan. Voor alle christenen komt het er op aan dat zij zich schikken naar de wil van God, waarbij zij tegenover de wereld wel eens moeten laten zien wat zij eigenlijk geloven en wie zij eigenlijk willen opvolgen. Zij zullen in hun leven zo keuzes moeten maken om God te volgen en te leven volgensZijn regels en niet volgens wereldse of religieuze regels opgelegd door één of andere Kerk. Indien gelovigen volgens de leer van Christus geleefd hebben en spijt hebben betuigd van hun zonden kan Jezus hen toelaten in dat Koninkrijk. Maar indien zij dingen gedaan hebben die tegen de Wil van God zijn en hier geen spijt over getoond hebben kunnen zij, zoals elk een ander, de kans om toegelaten te worden in het Koninkrijk van God komen te verliezen. Het is niet omdat men gedoopt is dat men er vrij op los kan leven en toch eeuwig leven zal krijgen. Dat is het misverstand van vele gelovigen. “Men moet niet behoren”, welk inhoud dat het niet een vereiste is die vastgelegd is in het Woord van God, “tot één of ander kerkgenootschap om gered te worden”. Redding is in Christus. Nergens zal u kunnen vinden dat u tot de Getuigen van Jehovah of tot de Christadelphians moet behoren om gered te worden. Misschien willen de Getuigen van Jehovah hun leden dat doen geloven, maar wij kunnen dat niet aan onze leden, omdat het ten 1° niet Schriftuurlijk is en ten 2° dat het niet aan ons ligt om te bepalen wie er al of niet in het Koninkrijk mag binnen treden. Dat ligt enkel aan Jezus om dit te beslissen. Maar natuurlijk mag u lid worden van onze Gemeenschap en de hoop koesteren dat u gered zal worden. Hiervoor zal u dan echter zelf, waarbij wij u zullen bij kunnen helpen, zich kunnen inspannen om naar het Woord van God te leven, zodat geen slechte gedachten u zullen kunnen overmeesteren, u niet zal vreemd gaan of hoereren, u niet aan de drugs zal gaan, enz. Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden als iemand zich zelf bezat, op plaatsen waar wij niet zijn, en dan nog verdere stommiteiten doet. Het is dan de vrije keuze van die persoon die gaat bepalen hoe hij zich al of niet rein genoeg kan houden. Wel geven wij toe dat indien iemand zich niet zou voegen naar de normen van een Christen wij deze het lidmaatschap van onze vereniging van Broeders in Christus kunnen ontzeggen. Zo is iemand die hoereert uitgesloten om nog een Christadelphian te blijven, ook al mag hij gedoopt zijn. Wij zeggen helemaal niet dat iedereen kan groeien in zijn geloof, bedoelende op wat hij zo maar wil geloven. Wij hebben het over het feit dat iedereen kan groeien in het geloof … = een groot verschil. Het Ware Geloof houdt in dat men zich aan slechts één God houdt en zich daarbij niet bezondigt aan het aanbidden van beelden of andere personen. Ook personencultussen vallen onder afgoderij volgens God. Daarom moeten wij zeer hard opletten bij het fan zijn van iemand of iets. In de Heilige Schrift wordt er duidelijk verwezen naar mensen die ook goden zijn, omdat ‘god’ gewoon ‘hoger geplaatste’ betekend. Zo waren er heren, priesters en koningen die god werden genoemd. Zo ook waren er mensen die Jezus een god noemden, maar daarbij niet de God, de Allerhoogste bedoelden. Voor elke ware gelovige moet het duidelijk zijn dat er slechts één God is tussen alle andere goden. Als Broeders in Christus wijzen wij er op dat er zoals vroeger nu nog steeds verschillende goden zijn en worden geëerd, maar dat er maar één oppermachtige God is de Koning van de Koning der koningen: Elohim (=de Enige of de Alleen Eigen, de enige enkele) Hashem Jehovah. Deze Jehovah is de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Mozes en onze God en onze Vader, zoals Hij de Vader is van Jezus. Voor ons is dat de enige Ware God, die wij moeten loven en eren. Er is niemand anders. Dus ook niet Jezus, want Jezus, de mensenzoon, is de Zoon van God en niet God de zoon. Jezus, wiens naam eigenlijk Yahushua of Jeshua uit de Stam van David is, is een man die werkelijk gestorven is, terwijl God, die geest is, niet kan sterven. Het is het Zoenoffer dat Jezus heeft gebracht dat moet aanvaard worden om gered te kunnen worden, en niet één of andere denominatie. Redding moeten wij van Jehovah verwachten in het vertrouwen van Christus Jezus, en niet van een kerkgenootschap. “ Ik zal inderdaad op redding van u wachten, o Jehovah” (Genesis 49:18 NWV) + “Redding behoort Jehovah toe.Uw zegen rust op uw volk. Sela.” (Psalmen 3:8 NWV) In Jezus (niet in één of andere vereniging) is een middel tot redding voorzien: “En ons een hoorn van redding verwekt In het huis van David, zijn dienaar.” (Lukas 1:69 CANIS) “Want mijn ogen hebben uw heil aanschouwd,” (Lukas 2:30 CANIS) “Het lag toch voor de hand, dat Hij, om wien en door wien alles bestaat, en die vele zonen tot glorie brengt, ook hun Leidsman ter zaligheid door lijden tot glorie zou brengen.” (Hebreeën 2:10 CANIS) “en is Hij na zijn verheerlijking de oorzaak van eeuwige zaligheid geworden voor allen, die Hem gehoorzaam zijn;” (Hebreeën 5:9 CANIS) (Niet een kerk of genootschap is oorzaak van zaliging of heiliging) Als er gesproken wordt over de persoon waar men geloof moet op oefenen om gered te worden is het niet over één of andere leider van een godsdienstige groep, maar op Jezus, de zoon van God: “Ik zeg u: Hij zal hun recht doen met spoed. Maar zal de Mensenzoon bij zijn komst wel geloof op aarde vinden?” (Lukas 18:8 CANIS) “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eengeboren Zoon heeft gegeven: opdat allen die in Hem geloven, niet verloren zouden gaan, maar het eeuwige leven zouden hebben.” (Johannes 3:16 CANIS) “Neen, niet ter wille van de Wet, maar terwille van de gerechtigheid des geloofs is aan Abraham en zijn kroost de Belofte gedaan, dat hij de wereld zou erven.” (Romeinen 4:13 CANIS) “Welnu dan, zolang we nog tijd hebben, laat ons wèl doen aan allen, maar het meest aan de huisgenoten des geloofs.” (Galaten 6:10 CANIS) “één Heer, één geloof, één doopsel;” (Efeziërs 4:5 CANIS) Het juiste geloof is het geloof dat God heeft voorgeschreven in de Zijn Verlangens, welke zijn opgetekend in het Woord van God of de Heilige Geschriften. Die geschriften neergetekende door de verkozenen van God en samengevoegd in de 66 boeken van de Heilige Schrift, worden ook de Bijbel genoemd en zouden alles bepalend moeten zijn, niet de woorden van mensen die al of niet mogen behoren onder de Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk, de Christadelphians of de Getuigen van Jehovah. Neen, niet het Wachttoren Genootschap moet het leven en de wijze waarop u geloof moet oefenen bepalen. Gods Woord de Bijbel hoort dat te bepalen. Elkeen moet in de eerste plaats Gods Woord volgen. Kerken of religieuze groeperingen zijn hulpmiddelen om tot het geloof te komen en zo onder mogelijke begeleiding te groeien. Maar elkeen van ons moet zelf telkenmaal opnieuw beslissingen nemen welke zullen bepalen of hij of zij voor God aanvaard zal worden. En dan zal het niet afhangen of er een etiketje op hem zal hangen van JG (Getuige van Jehova), Cd (Christadelphian of Broeder in Christus), Cal (Calvinist) Ref (Gereformeerd) of RK (Rooms Katholiek of nog iets anders.. God kent het hart van ieder mens en onderzoekt de ziel (= het eigen zijn of eigen ik) “Maar Jahweh sprak tot Samuël: Let niet op zijn uiterlijk of op zijn rijzige gestalte; hèm wil Ik niet. Want God ziet niet als een mens; de mens ziet het uiterlijk, maar Jahweh ziet het hart.” (1 Samuël 16:7 CANIS) “Al denkt de mens, dat al zijn wegen recht zijn, Het is Jahweh, die de harten toetst.” (Spreuken 21:2 CANIS) “Maar de HERE zei tegen hem: “Beoordeel een man niet op zijn uiterlijk of zijn lengte, want dit is niet de man die Ik bedoel. Ik beslis op andere gronden dan u! De mensen beoordelen iemand naar zijn uiterlijk, maar Ik kijk naar zijn gedachten en hoe hij innerlijk is.”” (1 Samuël 16:7 BOEK) Mensen leven zoals zij denken dat het goed is, maar Jehovah kijkt dieper, Hij ziet wat in het hart omgaat en zal daarnaar oordelen, niet naar de verbintenis met een religieuze strekking. Ook is het enkel aan Jehovah God gegeven om alle harten te doorzoeken en de mensen te toetsen, welk Hij ook zal doen op de meest verborgen gedachten, om zo ieder mens het loon te geven dat hij verdient, afhankelijk van zijn daden en levenswijze. Geloof zonder werken is dood (Jakobus 2:26) en het geloof zal gestaafd moeten worden door daden en een houding in evenredigheid met dat geloof. Volgens de Bijbel en volgens de getuigenis van de apostel Paulus (Saul van Tarsus) ligt mede daar redding in door op Christus met uw hele hart te vertrouwen. Volgens Paulus ligt het dus niet door het feit dat u bij de Getuigen van Jehovah of bij de Christadelphians zou aangesloten zijn dat u rechtvaardig verklaard zal worden. Nergens zal u één schrift plaats kunnen vinden waarin zou staan dat u bij die of die kerkgemeenschap zou moeten behoren om gered te worden. Volgens ons ligt het aan het zoenoffer van Jezus dat wij gered worden en aan ieders persoonlijke inzet en naar elkeen zijn eigen vrucht van zijn eigen werken. (Jeremia 17:10) Als Christadelphians (zij die tot de stad van Christus behoren als Broeders en zusters) pogen wij natuurlijk mensen te helpen om tot die redding te geraken en om zich zo veel mogelijk tot Christus Jezus op te werken. Maar wij kunnen slechts een heel nietig elementje zijn in de ontwikkeling van die persoon zijn geloof, dat door God zal aangekweekt worden, terwijl hij zelf zal moeten werken aan zijn of haar geloof volgens de leer van God, en niet volgens eigen goeddunken, met een hart ter rechtvaardiging, en dit terwijl men met de mond ook een belijdenis geeft die mee kan helpen ter redding. (Romeinen 10:10) “Want met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding.” (Romeinen 10:10 NWV) Hopelijk begrijpt u nu beter onze stelling: “Om eerlijk te zijn geloven wij niet dat men tot de Getuigen van Jehovah of tot de Christadelphians moet behoren om gered te worden en kans te maken om in het Koninkrijk te geraken.” –> Beide verenigingen zijn pas in de 19° eeuw ontstaan, alhoewel vele Bijbelonderzoekers reeds eeuwen daarvoor ook ijverig aan het werk waren en zich hielden aan de waarheid van één enkele God. Ook mensen die leefden voor de Getuigen van Jehovah of voor de Christadelphians tot stand kwamen, zullen even goed de kans krijgen om in het Koninkrijk van God toegelaten te worden. Zelfs massa’s mensen die voor Jezus leefden zullen eveneens tot dat Koninkrijk van God toegelaten kunnen worden, want aan Abrahams zaad is een belofte door God gedaan, en deze houdt woord, want God liegt niet en is rechtvaardig. Ik weet niet tot welke geloofsgemeenschap u behoort, maar indien die religieuze groepering beweert dat men enkel “in de hemel” kan komen door bij hen aangesloten te zijn, raad ik u tenstelligste aan eens goed de gehele Bijbel = Oud en Nieuw Testament te lezen, zodat u dan er over na zal kunnen denken als u ook de geschiedenis van uw geloofsgemeenschap na gaat en van sinds zij zus of zo, Pinksterbeweging of anders, werden genoemd. Eveneens kan u dan eens nagaan of dat “in de hemel komen” wel iedereen zal toe komen, en dan zal u merken dat het maar weinigen gegeven zal zijn om mee in de hemel met Jezus te regeren, terwijl de anderen hier op aarde in het Koninkrijk van God zullen leven. (Trouwens over wie zou er anders moeten geregeerd worden door die uitverkoren regeerders en Jezus). Als Christadelphians zijn wij er van overtuigd dat wij even goed Mozes, Levi, Naftali, Merari, Zuriël, Sarah, Ruth, Jozef, Ezechiel, Daniel, Jonas, Thomas, Marcus, Johannes en zovele anderen zullen kunnen tegen komen, ook al zullen die nooit Getuige van Jehovah of Christadelphian, of Lutheraan geweest zijn. De juiste groepering is diegene die al het mogelijk in het werk stelt om volgens de Wil van God te leven en te handelen en er toe bijdraagt om het Woord van God uit te dragen en Gods Naam bekend te maken. Maar een groepering die u wenst te zien kan slechts een deel van het lichaam van Christus zijn. JG en Cd kunnen armen of benen zijn van dat lichaam van Christus waar de Christenheid het lichaam vertegenwoordigt. Niet één is meer of minder waard. Dus Christtadelphians zijn niet meer waard dan Jehovah Getuigen, maar anders ook kan het gerust zijn dat Getuigen van Jehovah ook niet meer waard zijn dan Christadelphians. “15 Weet GIJ niet dat UW lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan de leden van de Christus wegnemen en ze tot leden van een hoer maken? Moge dat nooit geschieden! 16 Wat! Weet GIJ niet dat hij die zich met een hoer verenigt, één lichaam is? Want “de twee”, zo zegt hij, “zullen één vlees zijn”. 17 Hij daarentegen die zich met de Heer verenigt, is één geest. 18 Ontvliedt de hoererij. Elke andere zonde die een mens kan begaan, is buiten zijn lichaam, maar hij die hoererij beoefent, zondigt tegen zijn eigen lichaam. 19 Wat! Weet GIJ niet dat ulieder lichaam [de] tempel is van de heilige geest die in U is, die GIJ van God hebt? Ook behoort GIJ UZELF niet toe, 20 want GIJ werd met een prijs gekocht. Verheerlijkt dan toch vooral God in ulieder lichaam.” (1 Korinthiërs 6:15-20 NW) Waar het op aan komt is dat men eenheid in geest moet hebben over het feit dat Jezus naast Jehovah God (mede) redder is geworden door zijn dood aan de paal. Het komt er op aan dat de mensen nu Jezus moeten volgen, en niet één of ander genootschap of instelling, en moeten leven naar het Woord van God, niet op een Farizeïsche wijze, maar door te leven volgens de geest van de Wet.) Niet iedereen zal het Koninkrijk kunnen beërven, maar wij willen u er wel van verzekeren dat geen enkele, maar dan ook geen enkel genootschap of religieuze organisatie u het Koninkrijk zal kunnen geven. U alleen zal er voor moeten zorgen dat u door die nauwe poort kan gaan. Al mag u wedergeboren zijn, behoren tot de Gereformeerde Kerk of de Vrij Protestantse Kerk, dat zal helemaal geen garantie kunnen inhouden dat u in het Koninkrijk van God zal komen. Het is niet omdat ik vroeger Rooms Katholiek was, vervolgens Niet Trinitarisch Baptist en nu Christadelphian dat ik bij de ene of de andere geweest zijnde, de sleutels van het Koninkrijk van God zou gekregen hebben. Tussen haakjes: ik wil u wel laten weten dat ik zoals de duizenden andere Baptisten of doopsgezinden, die overgestapt zijn van de Baptisten naar een andere geloofsgemeenschap, dit heb gedaan omdat de Baptisten meer en meer geëvolueerd zijn naar de Amerikaans Trinitarische Southern Baptist beweging. Juist omdat ik enkel volgens de wijze van God Zijn wil kon leven ben ik genoodzaakt geworden om van kerk te veranderen. Want zodra een kerk niet handelt volgens de wil van God moeten ware Christenen deze verlaten en over gaan in een groepering die dat wel doet. Doorheen de gehele geschiedenis van de mensheid heeft men zo een gehele verschuiving gezien in de geschiedenis van de Kerk en heeft het Christendom meerdere ‘Kerken’ opgeleverd. Volgens mij hebben de Getuigen veel waarheden in hun geloof, waarvan de meeste dingen trouwens op dezelfde golflengte zijn als ons Christadelphians. Hierdoor denken velen als wij van deur tot deur gaan dat wij Getuigen van Jehovah zijn en hebben wij zelfs moeilijkheden om het tegendeel te bewijzen. Ook verschillende Bijbelstudenten of Bijbelvorsers, denken voor veel zaken hetzelfde als de Getuigen van Jehovah en de Christadelphians en ander Bijbelgetrouwen. Logisch, omdat zij uit één en dezelfde beweging komen en hetzelfde handboek hebben, namelijk De Bijbel, het Boek der Boeken, of Het Woord van God. In de vele groeperingen van Ernstige Bijbelstudenten of Bijbelonderzoekers, waaronder men de Jehovah Getuigen en Christadelphians kan onder rekenen, zijn er kleine en grotere verschillen, die op veel vlakken ook met vorm te maken hebben en niet echt gaan om essentiële geloofspunten, die God al of niet zal aan of afrekenen. Om een voorbeeld te geven. Bij bepaalde Bijbelstudenten is er een tijd geweest, en sommigen doen het nu nog, dat er groepen waren die bepaalde dagen voorop stelden voor het einde der tijden. De Christadelphians geloven echter zoals het in de Bijbel geschreven staat dat Jezus zelf niet eens wist wanneer hij terug zou komen, en dat wij dat ook niet kunnen weten. Zij die nu het geloof in hun gemeenschap hadden gesteld dat de wereld zou vergaan in 1885, 1893,1895, 1975 of een andere datum zullen voor ons niet ter eeuwige dood opgeschreven hoeven te staan. Ik kan u verzekeren, dat ik in de jaren 70 genoeg enthousiaste JG ben tegen gekomen die er stellig van overtuigd waren dat Jezus in 1914 op de wereld was terug gekomen en dat in 1975 dit samenstel der dingen ten einde zou zijn. U mag van mij gerust aannemen dat ik niet denk dat God die mensen om dat geloof nu zal afstraffen en hen de toegang tot Zijn rijk zou weigeren. Volgens mij maken die mensen evenveel kans als ik, of misschien nog meer, om in het Koninkrijk van God te komen. Wie ben ik om dat te zeggen? Wie bent u om te bepalen of zij al of niet in het Koninkrijk van God zullen mogen komen? Volgens ons ligt dat gewoon niet aan de mens, buiten die enige mens: Jezus Christus die onze middelaar is. Wij als Christadelphians kunnen de mogelijkheid krijgen om als ware gelovigen goedgekeurd worden om het Koninkrijk van God binnen te treden, zoals de Getuigen van Jehovah, of hun splintergroepen, al beweren zij dat zij geen afscheuringen of schismen hebben, maar kijk maar eens rond in de wereld hoe veel groepen er uit de Getuigen van Jehovah zijn ontstaan. Laten wij niet blind zijn voor de ontwikkelingen in het Christendom, maar laten wij eerder die ledematen van Christus Jezus zien en die groeperingen zien die zich willen inspannen voor Jezus. Er zijn zo veel verschillende mensen en zoveel verschillende situaties, waardoor zo veel mensen zo verschillende wegen kunnen afleggen tot het Ware geloof. Ik weet niet bij welke Kerkgemeenschap u nu bent en wat u vroeger bent geweest. Misschien bent u in een ongelovig gezin opgegroeid of in een gezin met een bepaalde geloofsgedachte. Ofwel hebt u hetzelfde geloof aangehouden als uw ouders, ofwel bent u andere dingen gaan inzien. Bij het inzien van andere zaken zal u dan keuzes hebben moeten maken. Die keuzes zijn het die het verloop van uw geloof zijn gaan bepalen. Indien u tot een Christelijke geloofsgemeenschap, of het nu Evangelisten, Pinksterbeweging, of Getuigen van Jehovah bent gekomen moet u niet denken dat u voor eens en altijd gered zult zijn (sorry). Bij de doop begint dikwijls de grootste tocht maar pas; Dan zal de gedoopte verder moeten groeien in het geloof (ik zal maar niet het woordje zijn of haar gebruiken, om misverstanden te vermijden.) Indien u in een geloofsgemeenschap gedoopt bent en enkele jaren later merkt dat deze toch onjuiste stellingen er op na houdt, kan dat gerust betekenen dat u weer van gemeenschap zal moeten veranderen. (Zo moest ik van de Baptisten weg gaan omdat zij hun leerstellingen zodanig veranderd hadden dat zij niet meer in overeenstemming waren met de Bijbelse leer waar ik in geloof.) + > Vervolg LikeLike
  2. marcusampe zegt:

    Volgens ons zal God u daarop aanrekenen: of u van de wereld wil zijn of van Hem.
    De Baptisten aasden op populariteit = meer aanhang + meer centen, en verkozen enkel met de meerderheid van de trinitariërs samen te gaan zodat zij één front konden vormen. Die populariteit is volgens mij één van die zaken van het “van de wereld zijn”, waarbij wij zelf keuzes moeten maken.
    Ik heb zo verkozen om niet-trinitariër te blijven en onpopulair te blijven, waardoor ik eigenlijk ook een deel afstand van de wereld nam. Maar dat is volgens mij en onze gemeenschap ook wat God wil, dat wij
    persoonlijke keuzes maken, en niet zo maar de keuzes van één of andere kerkgemeenschap.
    Elkeen moet handelen naar het geloof dat hij op dat ogenblik bezit. Toen u jong was kon u misschien stellig overtuigd zijn van het geloof dat u van uw ouders had mee gekregen, maar met de jaren kan dat verandert zijn. Elke dag moet men durven groeien en leren aanpassen aan de nieuw verworven kennis.

    Indien u tot nieuw inzicht komt zal er een ogenblik komen waarop u de vrije keuze zult moeten maken om van richting te veranderen.
    Als u zo tot de ontdekking gekomen bent dat de geloofsgemeenschap waar u nu toe behoort, bepaalde zaken leert die niet in overeenstemming zijn met de Bijbel, en die leerstellingen als dogmatisch aan te nemen regels oplegt, dan is het tijd dat u stappen onderneemt om van richting en van kerkgemeenschap te veranderen.

    Indien u twijfels heeft zijn de Christadelphians als volgers van Jezus Christus, bereidt getuigenis voor Jehovah af te leggen, en u te begeleiden in uw zoektocht.

    U kan bij elke broeder of zuster in Christus terecht om een gratis Bijbelstudie te volgen, waarbij het u vrij staat al of niet verdere stappen te nemen tot een Waar Geloof en over te gaan om u te laten dopen in het Ware Geloof.

    Wij, als Broeders in Christus staan klaar om u daarbij te helpen.
    Neem a.u.b. contact met ons op.

    Kies voor Jehovah God en Gebod
    en geloof in de Redding die tot de mensheid is gebracht
    door het Zoenoffer van Jezus Christus, de eniggeboren zoon van God.

     

    Vindt aanverwant artikelen over:

    , , , , , , , , , , , , , , ,

    , , , , , , , , , , , , , , , ,

    , , , , , , , , , , , , , ,

    , ,

    , , , , , , , , ,

    Like

  3. Pingback: Getuigen van Jehovah, Data en Waarheid « Christadelphians : Belgian Ecclesia Brussel – Leuven

  4. Pingback: Vrijheid van mens en centrale plaats in ons wereld- en mensbeeld | Marcus' s Space

  5. Pingback: Politiek en macht eerste prioriteit #2 Arianisme, Nestorianisme en Monofysitisme « Belgian Biblestudents – Belgische Bijbelstudenten

  6. Pingback: Vernieuwing in de kerk en verzoek om terug naar de bron te gaan « Bijbelvorser = Bible Researcher

  7. Pingback: Een terugblik op Christadelphianisme en de Broeders in Christus in België | Free Christadelphians: Belgian Ecclesia Brussel - Leuven

Laat een Reactie achter - Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.