Lange tijd werd het ontkend dat mensen al zeer vroeg de mogelijkheid hadden om dingen neer te pennen.
Nochtans zijn de mensen zeer inventief geweest om hun gedachten aan anderen door te geven. Naast de gesproken taal en overlevering van hun verhalen namen zij hun toevlucht tot de beeldtaal die zij eerst in de rotswanden optekenden en daarna ook andere ondergronden gebruikten om hun tekeningen neer te leggen voor een langere tijd.
De grote tekeningen werden kleinere tekeningen of tekens die een totale betekenis hadden of instonden voor het weergeven van iets. Lettertekens waren al snel geboren. De tekeningen die aangebracht werden opd e ondergronden konden doorgaan als een schrift of een systeem om taal grafisch weer te geven. Bij het maken van de tekeningen of het achtereenvolgend plaatsen van tekens was het de bedoeling een gedachtegang weer te geven. Het neertekenen van de tekens of symbolen is een methode om een boodschap vast te kunnen leggen en over een afstand (in plaats én tijd) te kunnen vervoeren.
Duizenden jaren geleden kwamen de eerste niet-nomadische culturen tot bloei. In plaats van rond te trekken, vingen en domesticeerden deze mensen dieren en ze verbouwden groenten en andere gewassen. Dit bracht vele veranderingen met zich mee, waaronder de mogelijkheid dingen op te slaan en te verhandelen. Hierbij ontstonden de eerste kunstmatige geheugensystemen, waarmee men de handel ging documenteren. Uit deze vroege geheugensystemen ontwikkelde zich ook het schrift.
In veel gevallen werd voor dat schrift een min of meer nauw verband gelegd met de spreektaal. Men ging over tot een overeenkomst voor een vast teken systeem voor een bepaald woord of bepaalde handeling. De overeenkomst van het gebruik van een bepaald teken voor iets bepaald maakte het mogelijk door de gelijkheid van begrip die informatie te coderen door ze op een drager te brengen, en gedecodeerd door ze te lezen. Reproductie van ideeën of teksten werd zo ook mogelijk.
Het schrift maakte het mogelijk ook zaken vast te leggen die niet met de handel te maken hadden, zoals de verhalen die tot dan toe alleen mondeling overgedragen konden worden.
De geschreven systemen onderscheiden zich van andere mogelijke symbolische communicatie systemen in die vorm dat de lezer meestal iets moet begrijpen van de bijbehorende gesproken taal om de tekst te begrijpen. In tegenstelling tot andere mogelijke symbolische systemen, zoals informatieborden, schilderen, kaarten en wiskunde is er vaak geen voorafgaande kennis van een gesproken taal nodig.
Elke menselijke gemeenschap beschikt over taal, die door velen wordt beschouwd als een aangeboren iets en de conditie van de mensheid definieert.
Echter, de ontwikkeling van het schrijven of de opteken systemen, en het proces waarmee ze de traditionele orale communicatiesystemen verdrongen zijn sporadisch, onregelmatig en langzaam.
Opvallend is dat eenmaal gevestigd, het schrijf systeem in het algemeen langzamer verandert dan haar gesproken tegenhangers. Zo behouden ze vaak kenmerken en uitdrukkingen die niet meer courant gebruikt worden in de gesproken taal. Uiteindelijk kreeg men bij alle volkeren zo een gesproken en een geschreven taal.
Het grote voordeel van schrift is het vermogen om een permanente opname van informatie in een taal te plaatsen die kan worden opgehaald en gehandhaafd worden onafhankelijk van de eerste handeling van formulering.
De uitvinding van de eerste schrift vormen kan men plaatsen bij het begin van de bronstijd in het late Neolithicum van het late 4de millennium voor de gewone tijdrekening.
Vermoedelijk ontstond het schrift zo’n 5.000 tot 6.000 jaar geleden in Sumer waar het Sumerische archaïsche spijkerschrift ingang vond. Maar ook de Egyptische hiërogliefen worden over het algemeen beschouwd als behorende tot de vroegste schriften, zowel opkomende uit hun voorouderlijke proto-geletterde symbool systemen van 3400-3200 v.G.T. met de eerste samenhangende teksten uit ongeveer 2600 v.G.T..Ook in Meso-Amerika worden reeds zeer vroeg in de geschiedenis schrifttekens waargenomen.
Het wordt algemeen aangenomen dat het Sumerische schrift een onafhankelijke uitvinding was, maar het wordt eveneens besproken dat het Egyptische schrift volledig onafhankelijk van het Sumerische ontwikkelde.
Aanvankelijk was er sprake van een primitief beeldschrift dat zich geleidelijk ontwikkelde tot spijkerschrift (wat overigens een schrift en geen taal is). Het eerste ons bekende spijkerschrift was Sumerisch, later volgden Assyrisch en Babylonisch evenals een aantal Semitische talen. Het Sumerisch werd nog lange tijd in Babylonische opschriften gehanteerd, ongeveer zoals bij ons Latijn.
In latere tijden zijn in andere delen van de antieke wereld andere schriftvormen ontstaan.
In ieder geval nam men in zeer uiteenlopende gebieden van de wereld, zoals het hiëroglyfenschrift in Egypte (3000 v. G.T.), de Indusvallei en China en (tussen 1.200 en 400 v.G.T.) een schrift ontwikkeling waar. Of het schrift vanuit Mesopotamië zich verspreide naar de Indusvallei en naar Egypte mag een geval van culturele diffusie blijven.
Rond 2500 v. G.T. ontwikkelde Elam (het huidige Iran) een schrift dat nog steeds niet is ontcijferd, terwijl ongeveer terzelfder tijd een schrift ontstond langs de Indus (het huidige Pakistan). Kort na ca. 2000 v. G.T. ontstonden op Kreta twee vormen van lopend schrift, waarvan er maar één ontcijferd is. Rond 1500 v. G.T. moet in Klein-Azië het Hethietisch hiëroglyfenschrift zijn ontstaan, dat gebruikt is voor inscripties (voor correspondentie gebruikten de Hethieten Mesopotamisch spijkerschrift). Van de meeste van deze schriftvormen wordt aangenomen dat ze direct of indirect ontstaan zijn door contact met Sumeriërs, waarbij dan het schrijven als zodanig is overgenomen, maar het schrift zelf niet. Wat de overige betreft worden dergelijke contacten op zijn minst vermoed.
Het enige schrift waarvan een dergelijke ontstaansoorzaak twijfelachtig wordt geacht, is het Chinese schrift dat ca. 1500 v. G.T. langs de Gele Rivier ontstond.
In ieder geval mag men er zeker van zijn dat het Chinese schrift zich onafhankelijk van die Midden-Oosten geschriften heeft ontwikkeld.
Het pre-Columbiaanse Meso-Amerikaanse schrift (met inbegrip van onder andere Olmeken en Maya scripts) worden over het algemeen geacht zich ook onafhankelijk ontwikkeld te hebben.
Er wordt gedacht dat de eerste consonantaal alfabetische schrift verscheen voor 2000 voor Christus, als een representatie van taal ontwikkeld door Semitische stammen in de Sinaï–schiereiland. De meeste andere alfabetten in de wereld van vandaag worden geacht af te stammen van deze innovatie, velen ontstonden via het Fenicische alfabet, of werden direct geïnspireerd door het ontwerp.
Als eerste echte alfabet worden de Griekse tekens (of script die tekens) aangenomen werkelijk consequent klinkers te vertegenwoordigen, en dit sinds 800 voor Christus. [Coulmas, Florian (1996). The Blackwell Encyclopedia of Writing Systems. Oxford: Blackwell Publishers Ltd.. ISBN 0-631-21481-X.] [Millard 1986, p. 396]
Het Latijnse alfabet daarentegen is een directe afstammeling van dat Griekse schrift en is veruit de meest voorkomende schriftvorm die heden nog in gebruik is.
Voor Bijbelonderzoekers en zij die geïnteresseerd zijn in het Woord van God zijn de oudste geschreven teksten die we bezitten uit de tijd tussen 3500 en 3000 v.G.T. belangrijk. Mozes leefde zo’n 2000 jaar later en zijn optekeningen zijn doorslaggevend voor het hedendaags schriftgebruik in de christelijke gemeenschap.
De gecompliceerde beeldschriftvormen en de daarvan afgeleide schriftvormen vereisten een langdurige schrijversopleiding. Er ontstond een aparte klasse van schrijvers. Jongens die hiervoor werden opgeleid gingen vanaf hun zesde jaar naar een schrijversschool, waar ze 10 tot 12 jaar moesten leren. Niet alleen schrijven, maar ook landmeten en andere wetenschappen waarbij schrijven of geschreven ‘boeken’ te pas kwamen. Alleen gegoede ouders konden zo’n langdurige opleiding betalen. Maar de jongen was dan ook verzekerd van een goede baan als ambtenaar of een soort notaris. De uitvallers van de opleiding werden dorpsschrijver. De goede schrijvers konden veel macht verwerven, omdat rijksbestuurders zelf vaak net zo min konden schrijven (of lezen) als het gewone volk. Het is niet zonder reden dat de Perzische koning Arthahsasta op een brief van de landvoogd Rehum en de schrijver Simsai liet antwoorden: “de brief welke gij ons gezonden hebt, is mij duidelijk voorgelezen” (Ezra 4:7-18 NBG). Een brief aan de Assyrische koning Assurbanipal bevatte als een P.S.:
“Wie je ook bent, schrijver, die deze brief gaat lezen, verberg niets voor de koning, mijn heer, zodat de goden Bel en Nabu vriendelijk over je zullen spreken tegen de koning”. De invoering van alfabetisch schrift heeft hierin echter grote verandering gebracht. Toen de richter Gideon een jongen uit Sukkoth in handen kreeg, schreef deze namen van vorsten en oudsten voor hem op. En dan niet met veel moeite één of enkele namen, maar een lange lijst van 77 (Richteren 8:14). De schrijver van het boek Richteren nam niet de moeite vooraf te vermelden dat de jongen konschrijven. Dat sprak kennelijk vanzelf. Toen Jesaja sprak over de ondergang van Assur, vergeleek hij dat met een bos waarvan zo weinige bomen overblijven dat ze “te tellen zijn, ja, een jongen zal ze kunnen opschrijven” (Jesaja 10:19 NBG). De beperkingen van het kind lagen hier niet in zijn schrijfkunst, maar in zijn vaardigheid tot tellen. Eerder had God tot Jesaja gezegd: “Neem een groot schrijftablet en noteer daarop in leesbaar schrift…” (Jesaja 8:1 NBV). De eventuele moeilijkheid om het te lezen lag in het al of niet duidelijk schrijven van Jesaja, niet in een mogelijke ongeletterdheid van het volk. De consequentie hiervan was dat de Israëliet (althans de mannelijke Israëliet) zelf toegang had tot Gods Woord omdat hij het zelf kon lezen.Zonder schrift geen Bijbel.
De Bijbel zelf spreekt voor het eerst over schrijven in het boek Exodus. De Tien Geboden werden door God zelf geschreven op stenen tafelen. En Mozes schreef de woorden van de wet op in een boek: “Hierna schreef Mozes alles op wat de HEER had gezegd… Vervolgens nam hij het boek van het verbond en las dit aan het volk voor” (Exodus 24:4,7 NBV). God gebood hem de geschiedenis met Amalek op te schrijven: “En de Heer zei tegen Mozes: Leg deze overwinning in een oorkonde vast” (Exodus 17:14 NBV). De namen van de twaalf stammen van Israël stonden gegraveerd in edelstenen op Aärons borstschild en schouderstukken; op zijn tulband zat een gouden plaat waarop stond geschreven: ‘Aan de HEER gewijd’ (Exodus 39:6,14, 30 NBV). Toen God wilde tonen dat Hij Aäron tot hogepriester had gekozen, liet Hij de twaalf vorsten van Israël elk hun staf inleveren met hun naam daarop geschreven (Numeri 17:2,3,8). Ook in de wet komt het schrijven naar voren. In het voorschrift over jaloersheid moest de priester bijvoorbeeld een vervloeking opschrijven (Numeri 5:23).
Een schrift is een systeem om taal grafisch weer te geven: het is een methode om een boodschap vast te kunnen leggen en over een afstand (in plaats én tijd) te kunnen vervoeren.
Doorheen de geschiedenis is zo de Boodschap van God ook overgebracht naar de verschillende volkeren.
+
Vervolg: Het schrijven van de Pentateuch
Pingback: Het belang van het lezen van de Schrift « Christadelphians : Belgian Ecclesia Brussel – Leuven
Pingback: Oude spreekwijzen kennen om de Bijbel te begrijpen « Belgian Biblestudents – Belgische Bijbelstudenten
Pingback: Positie van de Bijbel onderzoeker « Bijbelvorser = Bible Researcher
Pingback: Bijbel op de eerste plaats #1/3 « Bijbelvorser = Bible Researcher
Pingback: Bijbel op de eerste plaats #2/3 « Bijbelvorser = Bible Researcher
Pingback: Bijbel op de eerste plaats #3/3 « Bijbelvorser = Bible Researcher
Pingback: Missionaire hermeneutiek 1/5 « Bijbelvorser = Bible Researcher
Pingback: Bijbel Woord afkomstig van God « Bijbelvorser = Bible Researcher
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #1 Verslaggevers | Broeders in Christus
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #2 Ontvangstkanaal | Broeders in Christus
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #3 Wetenschap | Broeders in Christus
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #4 Uitzendkanaal | Broeders in Christus
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #5 Beeldvorming | Broeders in Christus
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #6 Geen Excuus | Broeders in Christus
Pingback: Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #4 Stem in het Schrift « Christadelphians : Belgian Ecclesia Brussel – Leuven
Pingback: Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #5 Meditatie en transformatie « Christadelphians : Belgian Ecclesia Brussel – Leuven
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #7 In Harmonie | Broeders in Christus
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #8 Tegenspraak | Broeders in Christus
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #9 Fundamentalisme | Broeders in Christus
Pingback: Hermeneutiek om uit te dragen #10 Verkondigen | Broeders in Christus
Pingback: Geïnspireerd Woord | Broeders in Christus
Pingback: Schepper, opdrachtgever, verwezenlijker en Hoofdgids voorziener van het Boek der boeken de Bijbel – Some View on the World