Het voorbeeld van Daniël
Daniël werd door zijn omgeving gezien als een bijzonder wijs man, en door God als een man van buitengewoon geloof. Maar hij had er geen bezwaar tegen de koning van Babel te dienen. Hij had wellicht weinig keus, maar hij deed het met een loyaliteit welke die van een gedwongen dienstbaarheid verre te boven ging. In zijn opvatting had God hem daar geplaatst en hij verzette zich daar niet tegen. Toen echter de Perzen de macht overnamen, diende hij de nieuwe Perzische heerser met dezelfde loyaliteit. In moderne ogen zou hem dat wellicht een man zonder ‘karakter’ maken, maar in Gods ogen was Daniël een “zeer beminde man” (Dan. 10:11), die altijd deed wat God van hem verlangde. En dat hij en zijn metgezellen voldoende karakter bezaten blijkt uit het feit dat zij, als de noodzaak daar is, zowel het uitdrukkelijke bevel van de Babylonische koning als het bevelschrift van de Perzische vorst trotseren, zodra hun loyaliteit aan God in het geding komt. In feite geeft het korte boek Daniël ons een uitstekende les hoe wij om moeten gaan met God en de keizer.
Naar Gods beeld
Jezus vroeg:
“Wiens beeldenaar en opschrift is dit?”
En zijn vragenstellers moesten wel antwoorden dat die van de keizer waren. Zij hadden hun geld te danken aan de organisatie van het Romeinse rijk, dus aan de keizer. Het geld was ahw. van de keizer en kon hem teruggegeven worden als hij dat verlangde. Maar de mens zelf is geschapen naar Gods beeld (Gen. 1:27), hij draagt ahw. de beeldenaar en het opschrift van zijn God. En dus dient hij zichzelf aan God te geven. Zijn loyaliteit behoort aan God. En daar is hij persoonlijk verantwoordelijk voor. Dat betekent oa. dat de christen nauwelijks in staat is zich te laten vertegenwoordigen in zaken die morele kanten kennen, omdat morele verantwoordelijkheid hooguit overdraagbaar is aan mensen die we goed kennen en waarvan we weten dat ze dezelfde uitgangspunten hebben.
Dat geldt in de allereerste plaats voor politieke vertegenwoordiging. We kunnen belasting betalen en zijn vervolgens niet verantwoordelijk voor wat de overheid met dat geld doet. Maar we kunnen geen politieke afgevaardigde kiezen die nu juist daarover beslist. We hebben in het vorige hoofdstuk al gezien dat onze positie in deze wereld actieve deelname in de politiek uitsluit.* Dat betekent tegelijkertijd ook dat er geen vertegenwoordigers zullen zijn met dezelfde uitgangspunten als wij. Hooguit zullen we mensen kunnen vinden die ten opzichte van bepaalde concrete vraagstukken dezelfde mening zijn toegedaan als wij. Maar als wij hen afvaardigen als onze vertegenwoordigers zijn we tevens medeverantwoordelijk voor al hun andere beslissingen. Wie het betoog in het vorige hoofdstuk over de bijbelse onmogelijkheid van actieve politieke deelname goed gevolgd heeft, had daar waarschijnlijk toch al de conclusie uit getrokken dat ook ‘passieve’ deelname op dezelfde gronden uitgesloten is. Maar de onmogelijkheid om morele verantwoordelijkheid over te dragen onderstreept dit nog eens.
Het tegenargument is uiteraard:
Moeten we de goddelozen dan maar hun gang laten gaan?
Moeten we ze de gelegenheid geven om ongehinderd hun antigoddelijke ideeën ten uitvoer te brengen?
Het antwoord daarop is dat wij de wereld toch niet kunnen veranderen, dat kan alleen God. Van ons wordt slechts verwacht dat wij in ons hoekje van de samenleving Gods Naam hooghouden; wat die samenleving verder doet is niet onze verantwoordelijkheid. De gedachte dat het kwaad in de wereld vrij spel zou hebben als wij het niet zouden verhinderen overschat onze mogelijkheden en ontkent de macht van God! De toestand in de wereld is iets waar God wel voor zorgt; dat kunnen we met een gerust hart aan Hem overlaten. Uiteindelijk zal alles goed komen, ook al ziet het daar op het moment niet naar uit. Uiteindelijk zijn wij niet verantwoordelijk voor de daden van onze medemens, maar, en daar begonnen we mee, we kunnen onze medemens ook niet verantwoordelijk maken voor onze daden.
- Rudolf Rijkeboer
*
Indien men verplicht is te gaan stemmen hoort men dat wel te doen. daar moet men dan ook zijn stem gebruiken om al of niet te reageren op wantoestanden en op te komen voor de zwakkeren of stemlozen.
Op het politieke element zijn er verscheidene meningsverschillen en zo komt het onze niet overeen met de Nederlandse en meerdere Engelstalige Broeders.
+
Voorgaande
Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 1 Inleiding en Grondprincipe
Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 2 Eerbied voor de overheid
Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 3 God op de eerste plaats
Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 4 God heeft de leiding
Pingback: Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 6 Recht en onrecht | Broeders in Christus
Pingback: Eerste gedachte voor vandaag “De wereld is misschien slecht” (16 januari) | Broeders in Christus