Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 5 Voorbeeld van Daniël en Naar Gods beeld

Het voorbeeld van Daniël

Daniël werd door zijn omgeving gezien als een bijzonder wijs man, en door God als een man van buitengewoon geloof. Maar hij had er geen bezwaar tegen de koning van Babel te dienen. Hij had wellicht weinig keus, maar hij deed het met een loyaliteit welke die van een gedwongen dienstbaarheid verre te boven ging. In zijn opvatting had God hem daar geplaatst en hij verzette zich daar niet tegen. Toen echter de Perzen de macht overnamen, diende hij de nieuwe Perzische heerser met dezelfde loyaliteit. In moderne ogen zou hem dat wellicht een man zonder ‘karakter’ maken, maar in Gods ogen was Daniël een “zeer beminde man” (Dan. 10:11), die altijd deed wat God van hem verlangde. En dat hij en zijn metgezellen voldoende karakter bezaten blijkt uit het feit dat zij, als de noodzaak daar is, zowel het uitdrukkelijke bevel van de Babylonische koning als het bevelschrift van de Perzische vorst trotseren, zodra hun loyaliteit aan God in het geding komt. In feite geeft het korte boek Daniël ons een uitstekende les hoe wij om moeten gaan met God en de keizer.

 

Naar Gods beeld

Jezus vroeg:

“Wiens beeldenaar en opschrift is dit?”

En zijn vragenstellers moesten wel antwoorden dat die van de keizer waren. Zij hadden hun geld te dan­ken aan de organisatie van het Romeinse rijk, dus aan de keizer. Het geld was ahw. van de keizer en kon hem terug­gegeven worden als hij dat verlangde. Maar de mens zelf is ge­schapen naar Gods beeld (Gen. 1:27), hij draagt ahw. de beelde­naar en het opschrift van zijn God. En dus dient hij zichzelf aan God te geven. Zijn loyaliteit behoort aan God. En daar is hij persoonlijk verantwoorde­lijk voor. Dat betekent oa. dat de christen nauwelijks in staat is zich te laten vertegenwoordigen in zaken die more­le kanten kennen, omdat morele verant­woordelijkheid hooguit over­draagbaar is aan mensen die we goed ken­nen en waar­van we weten dat ze dezelfde uitgangspun­ten heb­ben.

 

Dat geldt in de allereerste plaats voor poli­tieke vertegenwoordiging. We kunnen be­lasting betalen en zijn vervolgens niet ver­antwoordelijk voor wat de overheid met dat geld doet. Maar we kunnen geen poli­tieke afge­vaardigde kiezen die nu juist daar­over beslist. We hebben in het vorige hoofdstuk al gezien dat onze positie in deze wereld actieve deelname in de politiek uitsluit.* Dat betekent tege­lijkertijd ook dat er geen ver­tegen­woordigers zullen zijn met dezelfde uitgangspunten als wij. Hooguit zul­len we mensen kunnen vinden die ten opzichte van bepaalde concrete vraagstuk­ken dezelfde mening zijn toegedaan als wij. Maar als wij hen afvaardigen als onze ver­tegenwoordi­gers zijn we tevens medever­ant­woor­delijk voor al hun andere beslissin­gen. Wie het betoog in het vorige hoofdstuk over de bijbelse onmoge­lijkheid van actieve politie­ke deelna­me goed gevolgd heeft, had daar waarschijnlijk toch al de conclusie uit ge­trokken dat ook ‘passieve’ deelna­me op dezelfde gronden uitgesloten is. Maar de onmogelijkheid om more­le verantwoorde­lijkheid over te dra­gen onderstreept dit nog eens.

 

Het tegenargument is uiteraard:

Moe­ten we de goddelozen dan maar hun gang laten gaan?

Moeten we ze de gelegenheid geven om ongehinderd hun antigoddelijke ideeën ten uitvoer te brengen?

Het ant­woord daar­op is dat wij de wereld toch niet kunnen veranderen, dat kan alleen God. Van ons wordt slechts verwacht dat wij in ons hoek­je van de samenleving Gods Naam hoog­houden; wat die samenleving verder doet is niet onze verant­woordelijkheid. De gedachte dat het kwaad in de wereld vrij spel zou heb­ben als wij het niet zouden verhinderen overschat onze mogelijkheden en ontkent de macht van God! De toestand in de wereld is iets waar God wel voor zorgt; dat kunnen we met een gerust hart aan Hem overlaten. Uiteindelijk zal alles goed komen, ook al ziet het daar op het moment niet naar uit. Uiteindelijk zijn wij niet verantwoordelijk voor de da­den van onze medemens, maar, en daar be­gonnen we mee, we kunnen onze mede­mens ook niet verantwoordelijk maken voor onze daden.

  • Rudolf Rijkeboer

*

Indien men verplicht is te gaan stemmen hoort men dat wel te doen. daar moet men dan ook zijn stem gebruiken om al of niet te reageren op wantoestanden en op te komen voor de zwakkeren of stemlozen.

Op het politieke element zijn er verscheidene meningsverschillen en zo komt het onze niet overeen met de Nederlandse en meerdere Engelstalige Broeders.

+

Voorgaande

Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 1 Inleiding en Grondprincipe

Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 2 Eerbied voor de overheid

Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 3 God op de eerste plaats

Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 4 God heeft de leiding

Over Christadelphians

Free Christadelphians or Brothers and sisters in Christ, living in Belgium, European Union. - Vrijë Christadelphians of Broeders en zusters in Christus wonende in België in de Europese Unie.
Dit bericht werd geplaatst in Christen zijn, Godsdienst, Jezus Christus, Jesus, Jeshua, Jahushua, Levensvragen, Wereld en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 5 Voorbeeld van Daniël en Naar Gods beeld

  1. Pingback: Gods vergeten Woord 22 God en de Keizer 6 Recht en onrecht | Broeders in Christus

  2. Pingback: Eerste gedachte voor vandaag “De wereld is misschien slecht” (16 januari) | Broeders in Christus

Laat een Reactie achter - Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.