Zichzelf redden kon hij niet

“Anderen heeft hij gered: laat hij nu zichzelf redden als hij de Messias van God is, zijn uitverkorene!” (Lucas 23:35).

De ‘oversten’ die Jezus, toen hij aan de houten paal hing, zo bespotten, haalden hier de profetische woorden van David aan:

“Wend je tot de HEER! Laat hij je verlossen, laat hij je bevrijden, hij houdt toch van je?” (Psalm 22:9).

Toch was het onmogelijk dat Jezus zichzelf zou redden. Het waren niet de nagels door zijn handen en voeten die hem daar vasthielden, noch waren het de Romeinse soldaten die hem verhinderden van dat stuk hout af te komen. Zelfs het hele Romeinse leger zou machteloos zijn tegen de “meer dan twaalf legioenen engelen” die hem ter beschikking hadden gestaan als hij daarom gevraagd had. Nee, wat hem werkelijk aan de paal hield, met al zijn ellende, was de absolute noodzaak van zijn dood als vervulling van de wil van zijn Vader. Zijn wil en de wil van de Vader. Dat wil niet zeggen dat hij geen keus had. Hij had zijn Vader om hulp kunnen bidden. Zijn eigen menselijke wil verlangde inderdaad dat de lijdensbeker hem zou voorbijgaan; had hij daar niet ernstig om gebeden? Toch onderwierp hij zich aan de voorwaarde

“Vader, als U het wilt” (Lucas 22:42).

Christus had een eigen wil, maar die heeft hij bewust ondergeschikt gemaakt aan de wil van de Vader:

“ Maar laat niet wat ik wil, maar wat u wilt gebeuren”.

Wij zien hier in Jezus het ultieme voorbeeld van zijn eigen woorden:

“ Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest .., zal het behouden” (Lucas 9:24).

Hij had zichzelf in absolute zin verloochend, totdat hij zijn laatste adem uitblies en zijn wil verdween in de vergetelheid van de dood. Daarmee stelde hij God in het gelijk; alle leven behoort aan God en slechts Diens wil heeft recht om vervuld te worden. De natuurlijke mens zegt:

“Ik ben ik, ik heb er recht op te leven en mijn eigen weg te gaan.”

Een kind van God zegt:

“Ik heb geen recht op leven tenzij God het mij geeft, geen recht om ook maar iets te willen,behalve wanneer dat Zijn wil vervult.”

De apostel Paulus paste dit principe toe op zijn eigen leven:

“Ik zelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijs gegeven.” (Galaten 2:20).

Voor de toeschouwers was zijn weigering van het stuk terechtstellingshout af te komen een aanleiding tot spot; zijn bewering de Messias te zijn viel aan scherven. Hoe zou hij de verlosser, de Zoon van David kunnen zijn, als hij zichzelf niet eens kon redden?

Maar Gods wijsheid zet alle menselijke waarden op hun kop.

“Deze is mijn Zoon, in wie Ik mijn welbehagen heb”

had God getuigd, en Jezus zijn offerdood was het definitieve bewijs dat Jezus die uitverkorene was. De Vader verheugde Zich in een zoon die Hem lief had.

Zichzelf verloochenen.

In het licht van zijn eigen voorbeeld, dat lang van te voren was geprofeteerd en nu op het punt stond in vervulling te gaan, kon Jezus tot de discipelen zeggen:

“Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aan komen.” (Marcus 8:34).

Christus zelf zou de lange stoet volgelingen leiden, die de eeuwen door het ‘kruis’ op zich genomen hebben, als teken van hun zelfverloochening. In hem zou hun dood een wedergeboorte tot nieuw leven zijn, waarin Gods wil, en niet hun eigen wil, bevestigd zou worden. Het door hem ingestelde teken van die ultieme verloochening, die dood en wedergeboorte in Christus, is de doop. Toch is de doop meer dan alleen maar een symbool; het is de door God vastgestelde manier waarop een mens kan delen in datgene wat het voorstelt:

de dood en opstanding van Christus.

Het eerste dat ons opgedragen wordt, om onze bereidheid onszelf te verloochenen te tonen, is dat wij ons laten dopen: het “Nee” tot ons eigen ‘Ik’ en het“Ja” tot God, ‘bij wie alleen onsterfelijkheid is’.
Wie de doop afwijst, verheft zichzelf en verloochent Christus, hoe verheven zijn idealen en hoe liefdadig zijn werken ook mogen zijn. De ware doop is in feite een sterven opdat Christus in ons mag leven, een bekentenis dat wij uit onszelf niets zijn en dat God ons niets schuldig is. In de doop aanvaarden wij alleen de genade Gods in Christus Jezus. Buiten het offer van de leermeester Jezus om is er geen leven, en wij maken niet uit op welke manier wij daaraan deel mogen hebben.

Weliswaar zijn er mensen die de noodzaak van de doop ontkennen door te wijzen op de misdadiger aan de andere martelpaal, die ‘ook niet gedoopt was’, maar in werkelijkheid deed alleen hij in werkelijkheid, wat wij slechts symbolisch kunnen doen: met Christus opgehangen worden. Maar het sterven in de doop is pas het begin van het nieuwe leven. Dat leven houdt in dat wij voortdurend sterven, onszelf verloochenen, dat wij constant bezig zijn om “wat aards in ons is” te laten sterven (Kolossenzen 3:5). Toch is het een echt begin, een daad waarin wij onszelf verloochenen en God gehoorzamen, zodat wij ‘het kruis op ons nemen’ om Diegene te volgen, in wie God Zijn welbehagen heeft.

Alle citaten uit de NBV behalve waar anders vermeld.

LGS/C.T.

++

Aanverwant

  1. Gezondene van God
  2. Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
  3. De Knecht des Heren #4 De Verlosser
  4. De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
  5. Dienstknecht voor velen terwille van de waarheid van God
  6. Een losgeld voor iedereen 1 De Voorziening van een tweede Adam
  7. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 5 Toetssteen en steen van aanstoot
  8. Het Zoenoffer
  9. Achtergelaten aan een paal tot in de dood
  10. Voor de Wil van Hem die groter is dan Jezus
  11. Doop
  12. Doopsel
  13. Doopsel en bloedvergieten ter vergeving
  14. Horen bij Christus en één worden met Christus
  15. Toewijding van ons
  16. De Bekeerling, bekeringsactie en bekering
  17. Overwinnen in wedergeboorte
  18. Wedergeboorte en lidmaatschap tot een kerk
  19. De Wederkomst en de Eindtijd #5 De Verlosser uit de hemel

+++

Verder gerelateerd

  1. De Stem
  2. Wees tog maar eerlik oor sonde.
  3. Gezouten Zout
  4. Vermaning aan ouers om hul doopbeloftes ernstig op te neem
  5. Jezus kwijt je van religie: liever reli-kwijt dan relikwie

Over Christadelphians

Free Christadelphians or Brothers and sisters in Christ, living in Belgium, European Union. - Vrijë Christadelphians of Broeders en zusters in Christus wonende in België in de Europese Unie.
Dit bericht werd geplaatst in Bijbelonderzoek, Christen zijn, Jezus Christus, Jesus, Jeshua, Jahushua, Levensvragen en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.