In de Bijbellezing voor vandaag lezen wij hoe de apostel Paulus aan zijn mede broeders en zusters dacht:
“4 Steeds weer zeg ik God dank voor zijn genade, die u in Christus Jezus is gegeven. 5 Want in Christus zijt ge, naarmate zijn getuigenis bij u ingang vond,” (1Co 1:4-5 WV78)
Na een bliksemsnelle opmars konden de Taliban op 15 augustus 2021 vlugger dan verwacht de hoofdstad Kabul innemen en daarmee vrijwel het hele land als veroverd beschouwen buiten een klein stuk in het Noorden waar een verzetsgroep zich niet zo maar gewonnen geeft.
Al twee decennia waren er Amerikaanse en Nato troepen die probeerden vrede te bewaren in het land. In een overeenkomst tussen de toenmalige president Trump en de Taliban werd besloten dat de Amerikaanse troepen zich zouden terugtrekken. Daarop tegemoet komend kondigde de nieuwe president Biden in april aan dat de volledige terugtrekking aanstaande september voltooid zou zijn. Na deze aankondiging volgde een ongekend snelle opmars van de Taliban, die in augustus in een stroomversnelling kwam met de inname van een groot aantal provinciehoofdsteden en uiteindelijk ook Kabul. Daarmee werd de verdrijving van de Taliban, na de aanslagen op de Twin Towers in 2001, teniet gedaan.
In de voorbije jaren stonden evangelie predikers niet stil. Zo kwamen mensen in Iran, Irak, Syrië, Pakistan en Afghanistan de Blijde Boodschap te kennen. Meerderen die dat Goede Nieuws leerden kennen moesten echter vrezen dat Islamieten wraak op hun zouden nemen. Velen moesten daarom uit hun land weg vluchten. Gelukkig konden meerdere ecclesiae van onze broederschap zorgen voor een veilige vluchthaven en onderdak in Groot-Brittannië. Maar de laatste weken zitten de Afghaanse broeders en zusters werkelijk in de rats. Zij kunnen zich niet beroepen mee gewerkt te hebben met de geallieerden en kunnen daardoor zich niet aanbieden om een vlucht te krijgen naar een Europees opvangland.
Voor die Afghanen die van godsdienst verandert zijn komen mogelijks heel donkere tijden aan. Elke keer als we aan hen denken, beseffen wij maar al te goed welk een angsten zij nu moeten doorstaan. Ook onze Iraakse en Iraanse vrienden weten welke moeilijkheden en verschrikkingen zij moeten ondergaan.
Zij danken met ons God voor hun leven van vrije en open toegang tot God, gegeven door Jezus, en zien er naar uit dat onze Afghaanse broeders en zusters aan de terreur van de Taliban zullen kunnen ontsnappen.
Wij durven God vragen om in het bijzonder met hen te zijn. Er is geen einde aan wat er in hen is gebeurd – het gaat spraak te boven, gaat kennis te boven.
Laten onze gedachten bij hen zijn, en laten wij bidden dat zij veiligheid zullen vinden in hun eigen land of dat zij een weg zullen vinden om in veiligheid te komen in het westen.
+
Voorgaand
Wanhoop in Afghanistan en Opvang in West Europa
++
Vindt ook te lezen:
- Uit de oude doos: Soennitische en Shiitische Moslims
- Uit de oude doos: Soennitische en Shiitische Moslims #2
- Fundamentalisme en religie #3 Vluchtelingen en racismeGedachten en gebeden bij de Afghaanse burgers
- Een leven terug onder taliban
- Niet “de Moslims” maar de fundamentalisten zijn een probleem
- Duizenden op de vlucht voor Taliban
- Medische zorg in de Afghaanse frontlinie draaiende houden
Pingback: Al of niet met terroristen onderhandelen | From guestwriters