Leven naar de Bijbel
Wie zo zijn leven richt naar de Schrift vindt raadgeving op veel praktische terreinen van het leven. Hij leert een loyaal werknemer te zijn, die
“zijn werk van harte verricht, als voor de Here en niet voor mensen” (Kol. 3:23).
Omgekeerd als hij een chef is, met mensen onder zich, zal hij zijn ondergeschikten behandelen naar “recht en billijkheid”, wetende
“dat ook hij een heer in de hemel heeft” (Kol. 4:1).
In zijn gezin zal hij (of zij) de principes van de Schrift hooghouden, partner en kinderen behandelen naar Bijbelse principes, en een sfeer van waardigheid handhaven. Boven zijn atheïstische buren heeft hij het voordeel dat hij een bron heeft van normen en waarden, die hij kan hanteren in zijn leven en bij de opvoeding van zijn kinderen. Hij beschikt over een leidraad bij het nastreven van seksuele reinheid. In de gemeente Gods, die grotere familie die uitgaat boven zijn eigen gezin, zal hij zich evenzeer als een waardig lid kunnen gedragen. En als het goed is zal hij die wijdere familieband van zijn broeders en zusters in het geloof hebben leren waarderen, ook als hij zelf hulp en leiding nodig heeft. En, ten slotte, ook jegens zijn ongelovige medemensen zal hij de juiste houding weten te vinden.
Over al deze onderwerpen zijn in de Bijbel, en vooral in het Nieuwe Testament, praktische raadgevingen te vinden. Let wel, dat zijn niet altijd de voorschriften die een regelzuchtige kerk er in de loop der eeuwen van gemaakt heeft. De Bijbel zegt niet dat we op vrijdag vis moeten eten, dat geboorteregeling verdacht of ontoelaatbaar is, dat vrouwen geen broek mogen dragen of dat TV-kijken verboden is.
De Bijbel leert ons wel met God te leven en onze medemensen te behandelen naar zijn maatstaven. De Bijbel leert ons wel om ons leven, en dus ook onze tijd, in zijn dienst te stellen (TV-kijken is niet verboden, maar wellicht kun je in die tijd iets nuttigers doen). En als de brieven van Paulus niet voorzien in een vraag die typisch ‘van deze tijd’ is, dan helpt wellicht een afweging tegen het licht van bijbelse basisprincipes. Die principes leren ons ook wat reinheid en heiligheid in de praktijk betekenen: waar praten we over met onze collega’s of met de buurvrouw; als we TV kijken, waar kijken we dan naar; wat lezen we; etc. Het gaat niet om het angstvallig vasthouden aan ge- en verboden, maar om een bewust leven met God.
Voorbeelden
Laten we eens enkele voorbeelden bekijken. En laten we beginnen met het huwelijk.

Een huwelijksceremonie in Duitsland
De Bijbel ziet het huwelijk tussen één man en één vrouw als het ideaal dat we dienen na te streven. Weliswaar vinden we in het OT voorbeelden van mannen die waren gehuwd met meerdere vrouwen zonder dat ze daar voor berispt worden, maar Jezus maakt duidelijk dat dat niet Gods eigenlijke bedoeling was. Het huwelijk met meerdere vrouwen was een vorm van genade in een tijd waarin er als gevolg van oorlogsgeweld een vrouwenoverschot was, en waarin er geen sociale voorzieningen waren om die vrouwen het overleven mogelijk te maken. Het NT presenteert ons het huwelijk als een afspiegeling van de band tussen Christus en zijn gemeente (Efez. 5:22-33), en dat legt ons hoge maatstaven op. Dat huwelijk zou, even als de band tussen Christus en zijn bruid, voor altijd moeten zijn. En buitenechtelijke betrekkingen dienen niet aan de orde te zijn voor een christen die zich ‘rein’ wil houden.
Als leden van de gemeente te Korinthe menen dat hoererij ‘slechts’ lichamelijk is, en dus niet terzake doet, vermaant Paulus hen in scherpe bewoordingen dat hun lichaam een tempel is van de Heilige Geest en dat het niet aangaat die tempel (dat lichaam) te bezoedelen. Dat zulke opvattingen in flagrante tegenspraak zijn met de huidige seksuele moraal, moet ons alleen maar argwanend maken ten opzichte van moderne opvattingen. Een leugen blijft een leugen, ook als hij door iedereen om ons heen wordt herhaald. Reeds de Wet zei:
“Gij zult de meerderheid in het kwade niet volgen” (Ex. 23:2).
Leven in Christus, we zagen het reeds, betekent ook zachtmoedigheid en naastenliefde. Niet zelfzuchtig zijn, maar ook niet onmiddellijk opkomen voor ‘je recht’. Wij hebben meer schulden bij God dan anderen bij ons (zie: Matt. 18:23-35). Wanneer die schulden ons vergeven zijn behoren ook wij vergiffenis te tonen; dat is een principe dat Jezus benadrukt in de bergrede, wanneer hij zijn discipelen het ‘Onze Vader’ leert (Matt. 6:15-16). Zelfs als ons wezenlijk onrecht aangedaan wordt, waar ons geen vergeving voor gevraagd wordt, moeten wij bereid zijn dat te dragen. Ook dat had Jezus in de bergrede gezegd, zoals we zagen (Matt. 5:39). En Paulus herhaalt het in zijn brief aan de Korintiërs (1 Kor. 6:7). Ten aanzien van naastenliefde hoeven wij slechts te denken aan de vele vermaningen in het OT om wees en weduwe (dwz. zij die geen vader of man hadden om voor hen op te komen) te ontzien en te verzorgen. En ook hier zien we dat Paulus deze principes van barmhartigheid doortrekt naar de gemeente van het NT (zie bijv. 1 Tim. 5:1-16, maar vgl. ook Hand. 6:1). Barmhartigheid, had Jezus gezegd, was een kernpunt, in het Nieuwe Verbond (bijv. Matt. 9:13) evenzeer als in het oude (bijv. Ex. 22:21-27).
Een van de allereerste dingen die van een christen verwacht mogen worden is eerlijkheid. Reeds in de Wet wordt bij voortduring nadruk gelegd op eerlijkheid in de handel en wordt de kennelijk gangbare praktijk veroordeeld dat een koopman één set maten had voor wat hij kreeg en een andere voor wat hij leverde (zie bijv. Deut. 25:13-16). Blijkbaar was zo’n vermaan noodzakelijk in een tijd waarin geen ‘IJkwezen’ toezicht hield op de juistheid van standaarden als maten en gewichten. Ook in zijn spreken moest de Israëliet eerlijk zijn. Het verbod op een vals getuigenis was zelfs één van de tien geboden. In de bergrede draagt Jezus zijn volgelingen op om zodanig eerlijk te zijn in het woord dat het niet nodig moet zijn dat woord met eden te bekrachtigen (Matt. 5:37). Uiteraard geldt deze eerlijkheid alle aspecten van het leven. Het betekent dat de christen zijn belastingaangifte stipt invult ook als het ontduiken van de belasting om hem heen een nationale sport is. Het betekent dat hij niet steelt op het werk, ook al is pikken van de baas een aanvaarde norm onder zijn collega’s. Van de christen moet iedereen in zijn omgeving ervan overtuigd zijn dat je altijd op hem aankunt.
Nog een punt dat ik wil noemen is loyaliteit tegenover de werkgever. Arbeidsverhoudingen zoals wij ze nu kennen bestonden niet in bijbelse tijden. In de tijd van het NT waren er twee soorten ‘werknemers’: slaven en dagloners. De eersten waren simpelweg eigendom van hun heer en hadden nauwelijks rechten. De laatsten werden per dag gehuurd tegen een overeengekomen prijs (Matt. 20:1-2, 13); zij hadden slechts te voldoen aan hun huurovereenkomst. Maar als we even de slaven als voorbeeld nemen, dan zien we dat zij hun heer zonder morren moesten dienen:
“Slaven, weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud des harten, als aan Christus” (Efez. 6:5).
Zij moesten zich ervan bewust zijn dat zij uiteindelijk niet hun aardse heer dienden, maar hun Heer in de hemel:
“Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer” (Kol. 3:23-24).
En dat geldt, zegt Petrus,
“niet alleen de goede en vriendelijke meester, maar ook de verkeerde” (1 Petr. 2:18).
Als dat geldt voor slaven in hun gedwongen dienst, hoeveel temeer voor hen die een vrijwillige arbeidsovereenkomst zijn aangegaan. En wie klaagt dat hiermee een blanco cheque wordt afgegeven aan de werkgever, dient te bedenken dat Paulus ook voor de heren een streng vermaan heeft (Efez. 6:9). Maar als die heer zich daar niet aan houdt is het niet aan de dienaar om hem daarvoor ter verantwoording te roepen; dat zal God doen bij het oordeel. Zulke principes kunnen ons veel leren over de vraag hoe wij ons hebben te gedragen in ons werk.
+
Voorgaand
Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 1 Intro Afstemmen op principes
Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 2 God op de eerste plaats
Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 3 Een goede en rechtvaardige wet
Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 4 Wet van Jezus
Vervolg: Rentmeesters
+++
Gerelateerd
- Hij eerst // He first
- Scheepje (z)onder Jezus’ hoede
- Voor de wet
- Die Atheïsten toch…
- Mooiste meegeven
- Code Blanc
- Christelijk geloof als filosofie (deel 2): Je bent wat je eet
- Man en man, hand in hand, op zoek naar een bijbel in Afrika
- Élke trede telt
- Vergelijken is onmogelijk
- Loyaliteit
- Gedagte vir die dag: Die swakheid van sonde
- Gedagte vir die dag: Bly staande wanneer mense verander
- Jezus is het antwoord? Wat was de vraag dan?
Pingback: Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 6 Rentmeesters | Broeders in Christus
Pingback: Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 7 Vrienden van de Heer | Broeders in Christus
Pingback: Gods vergeten Woord 26 Epiloog | Broeders in Christus
Pingback: De degelijke Huisvrouw | Broeders in Christus
Pingback: Elkaar Liefhebben van God geleerd | Broeders in Christus
Pingback: Ik ben de ware wijnstok | Broeders in Christus
Pingback: Als de tijd ten einde loopt … 5 De weinigen die behouden worden | Broeders in Christus
Pingback: Voorbeelden voor een te volgen weg | Broeders in Christus
Pingback: Wees niet verstrikt – Belgische Broeders In Christus
Pingback: Herinvoering van hoofdlettergebruik in Nieuwe Bijbelvertaling NBV21 | Bijbelvorser = Bible Researcher
Pingback: Van een Hoogduitse Bijbelvertaling naar een hedendaagse 21ste eeuwse Nederlandse versie | Broeders in Christus
Pingback: Oude boeken, maatstaven en levenslessen | Broeders in Christus