De christen en de politiek
Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat de christen zich moeilijk kan identificeren met bepaalde politieke stromingen. Al lijken er op het eerste gezicht wel raakpunten te zijn, het zou uiteindelijk neerkomen op een huwelijk van zeer ongelijke partners. En zo’n huwelijk is gedoemd vroeg of laat te mislukken (1 Cor. 6:14). Daarvoor zijn de uitgangspunten te verschillend. Dat samengaan van RK priesters met Marxistische stromingen was zo’n huwelijk. Inderdaad leek het oppervlakkig gezien niet onlogisch. Streefden beide stromingen niet naar een paradijs op aarde? Maar de uitgangspunten zijn totaal verschillend en de sleutelrol die de Messias speelt in de christelijke verwachting moest in het Marxisme wel ontbreken. De christen kan zich eenvoudigweg niet vereenzelvigen met bestaande politieke stromingen. Blijft uiteraard de vraag of de christen een eigen politieke stroming kan opzetten. Eigenlijk is die vraag al beantwoord. Maar we zullen hem toch nog wat nader bekijken.
Een goed voorbeeld is te vinden in Paulus’ brief aan de Filippenzen. Dat vereist echter wat toelichting. Filippi was een zogenaamde Romeinse kolonie (Hand. 16:12). Dat betekende dat de bewoners Romeins burgerrecht hadden. Zij waren, staatkundig gezien, geen Grieken maar Romeinen. In de stad gold dan ook geen lokaal, Grieks, recht, maar Romeins recht. Als Paulus er komt prediken en zich door die prediking vijanden heeft gemaakt onder de plaatselijke bevolking dan sleuren deze hem en zijn metgezel voor de stadsbestuurders met de beschuldiging:
“Deze mensen brengen onze stad in rep en roer, daar zij Joden zijn, en zij verkondigen zeden, die wij als Romeinen niet mogen aanvaarden of volgen” (Hand. 16:20-21).
De stadsbestuurders laten hen daarop geselen en gevangen zetten, maar de consternatie is groot als de volgende dag blijkt dat Paulus en zijn metgezel eveneens Romeins burgerrecht hebben (vs 37-38). In zijn brief aan de gemeente die, ondanks deze tegenstand, in Filippi is ontstaan schrijft Paulus later:
“Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten” (Fil. 3:20).
Zoals de burgers van Filippi in feite burgers waren van het verre Rome, en niet onderworpen aan Grieks recht, maar aan Romeins recht, iets waar zij danig trots op waren, zo is de ware gelovige in feite een burger van een komend hemels rijk en niet van een huidig aards rijk, en derhalve gehouden aan, en bezig met, de regels van dat rijk. Dat sluit actieve deelname in de politiek van dat aardse rijk volledig uit. Hij kan in zijn eigen omgeving sociaal bezig zijn, maar niet politiek bezig. Want politiek betekent besturen en bezig zijn met de dingen van de staat.
+
Voorgaande
Gods vergeten Woord 21 Intro: In de wereld maar niet van de wereld
Gods vergeten Woord 21 #1 Pelgrims onderweg
Gods vergeten Woord 21 #2 Vreemdelingen en bijwoners
Gods vergeten Woord 21 #3 Gelovig afwachten
Gods vergeten Woord 21 #4 Heraut in plaats van revolutionair
Gods vergeten Woord 21 #5 Fundamentele verschillen
Vervolg: Op weg naar een betere wereld
Pingback: Gods vergeten Woord 21 #7 Op weg naar een betere wereld | Broeders in Christus