Beproeving is noodzakelijk
De Bijbel heeft dan ook een ander verhaal te vertellen over goed en kwaad. Het kwaad in de wereld is niet geïntroduceerd door een grote tegenstander, maar door de mens zelf. De apostel Paulus zegt:
“Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben” (Rom. 5:12).
Geen spoor hier van een grote verleider; de mens is zelf verantwoordelijk. Eerder heeft hij (met citaten uit de psalmen) de mensheid in het algemeen gekarakteriseerd met de volgende woorden:
“Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die doet wat goed is, zelfs niet één” (Rom. 3:10-11).
De oorsprong van het kwaad ligt bij de mens zelf en hij kan zich niet beroepen, of zijn verantwoordelijkheid afwentelen, op een bovennatuurlijke verleider. Jacobus schrijft:
“Zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde” (Jak. 1:14-15).
Daar en nergens anders ligt de oorsprong van het kwaad.
Maar waarom laat God dan toe (want dat doet Hij kennelijk) dat de mens in omstandigheden komt die hem verleiden? Het bijbelse antwoord daarop is dat de mens beproefd wordt. God had de mens zo kunnen scheppen dat deze niet tot zonde in staat zou zijn geweest. Maar God heeft verkozen dat Hij gediend wil worden uit vrije wil. Maar die vrije wil moet zich ook tonen in tegenspoed. Van Job wordt door anderen gezegd:
“Is het om niet, dat Job God vreest? Hebt Gij [God] zelf niet hem en zijn huis en al wat hij bezit aan alle kanten beschut?… Strek daarentegen uw hand uit en tast alles aan wat hij bezit – of hij U dan niet openlijk zal vaarwel zeggen!” (Job 1:9-11).
Pas in tegenspoed blijkt de echtheid van Jobs geloof. We gaan op dit moment bewust nog niet in op de rol van de ‘satan’ in dit hoofdstuk, anders dan door er op te wijzen dat deze ook in deze sterk dramatisch gepresenteerde voorstelling voorgesteld wordt als iemand die niets kan doen buiten datgene wat God hem toestaat. En dat is: Job beproeven, zodat zijn geloof wordt gelouterd en hij tot dieper inzicht komt. Job wordt er, per saldo, beter van (en dat niet in louter materiële zin). Zo spreekt ook Mozes tot het volk, aan het eind van de woestijnreis:
“Gedenk dan heel de weg, waarop de Here, uw God, u deze veertig jaar in de woestijn heeft geleid, om u te verootmoedigen en u op de proef te stellen ten einde te weten, wat er in uw hart was: of gij al dan niet zijn geboden zoudt onderhouden” (Deut. 8:2).
Zo moest ook Jezus zelf veertig dagen in de woestijn beproefd worden om Hem voor te bereiden op de beproevingen tijdens zijn komende taak. Beproeving is kennelijk een noodzakelijk onderdeel van de opvoeding van een mens in zijn weg tot God. En een ‘satan’ die beproeving brengt, wel verre van Gods werk te dwarsbomen, is kennelijk bezig een mens nader tot God te brengen en hem op te bouwen in geloof. In dat licht moeten we dan kennelijk ook Paulus’ advies verstaan met betrekking tot een zondaar in de gemeente van Korinte:
“(dan) leveren wij in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in de dag des Heren” (1 Kor. 5:5).
Een gelijke uitdrukking vinden we in 1 Timotheüs 1:20.
“19 toegerust met geloof en een zuiver geweten, moet voeren. Doordat sommigen hun geweten hebben verloochend, heeft hun geloof schipbreuk geleden. 20 Onder hen bevinden zich Hymeneüs en Alexander,
die ik aan Satan heb overgeleverd om hun te leren dat ze God niet moeten lasteren.” (1 Timotheüs 1:19-20 NBV)
+
Voorgaande
De Voltooiing van de schepping 1 Beproeving – Op weg naar volmaaktheid
De Voltooiing van de schepping 2 Goden van licht en duisternis
In de hand #3 Vertrouwen in de Juiste
Een goddelijk Plan #3 Vervolmaking volgens blauwdruk
Verlossing #5 Het volmaakte offer
Vervolg: De Voltooiing van de schepping 4 Buitenbijbelse leer
++
Aanvullende lectuur
- Wie brengt het Kwaad over ons
- Mens en leed
- Omgaan met zorgen in ons leven
- Doemdenkers en ons lijden
- Wordt verlicht met betrekking tot de betekenis van de tijd waarin we nu leven
- De aanduiding door Paulus en Jacobus van de werken die wij horen te doen
- Lam van God #3 Tegenover onschuldig dier een onschuldig man #2
+++
Jes. 45 : 7 heeft u kunnen lezen: “Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak de vrede, en schep het kwaad; Ik, de Heere, doe al deze dingen”. Hier staat dus dat de Heere “het kwaad” schept.
Anders zouden we geen onderschijd , kunnen maken. En geen vrijen keuzes kunnen maken. Dan zou God geen God zijn. en niet onafhankelijk kunnen zijn.
LikeLike
God laat het kwaad toe maar is niet de veroorzaker er van.
God die het kwaad schept is niet dat God de veroorzaker van het kwaad is maar wel diegenen die het naar boven haalt “opschept” als het ware en hierbij het kwaad zichtbaar maakt.
LikeLike
Pingback: Begrippen satan en duivel in de Bijbel | Broeders in Christus
Pingback: Dienende geesten 4 Gevallen engelen | Broeders in Christus
Pingback: Er werd ons gevraagd: Jezus leert ons bidden; ‘leidt ons niet in verzoeking’. Betekent dit dat het God is die ons in verzoeking leidt en ons doet zondigen? | From guestwriters
Pingback: Voor een ware volger van Christus loopt niet altijd alles vlotjes | Broeders in Christus